De lijm die de maatschappij draaiende houdt, wordt geleverd door werving en selectie. Bureaus die functioneren onder het kopje “werving- en selectiebureaus” zijn overal te vinden, maar het blijft wazig wat ze daadwerkelijk doen. En vooral wie er nu echt rijk van wordt.
Ik ben in ieder geval altijd de lul.
AL-TIJD.
Stel.
Ik loop door een willekeurige supermarkt. Dokter Oetker heeft een nieuw pak poeder. Gooi er water bij, roer het en bak het in de oven en je hebt een heerlijk chemische cranberrycake.
De dokter heeft een werving- en selectiebureau ingeschakeld. In de willekeurige supermarkt staat daardoor een iets te blond, iets te leuk en iets te lief uitziend meisje van begin 20 dat van alles kan, maar zeker niet bakken. Gelukkig doet Oetker dat voor haar.
Met haar grote bambi-ogen kijkt zij het winkelend publiek hoopvol aan, maar letterlijk iedereen loopt door. IE-DER-EEN. Mezelf incluis.
Maar zij spreekt mij aan. Mij en mij alleen. En hoe vriendelijk ik ook nee dankjewel zeg, ik loop uiteindelijk met 20 pakken cranberrycakepoeder de supermarkt uit.
Trut.
Of stel.
Ik loop door de stad en binnen de kortste keren wordt er een Telegraaf onder mijn neus geduwd. Gratis abonnement meneertje? Twee weken elke ochtend voor niets alle rechtse toelie over je heen en daarna zit je maar veertien jaar vast aan een héul duur abonnement! Doen maar? Zegeltjes erbij, of eet u hem hier op?
Meestal zijn dit van die jonge vlotte mannetjes die over een paar jaar de baas van mijn manager worden. Dus ik straf ze bij voorbaat door ziedend door te lopen. De natte inkt van mijn neus wrijvend.
Slecht geworven, verkeerd geselecteerd.
Maar nog erger?
Stel:
Hele mooie meisjes op straat die een lidmaatschap van een goed doel verkopen. Werven van leden.
Ik loop heel hard, maar ze rennen mij achterna, die mooie meisjes. Met hun sierlijke benen, hun deinende borstjes en de wapperende haren. Grote ogen met enorme wimpers kijken mij smekend aan. En ik stop met lopen. Ik laat ze praten. Ik kijk ze aan. De welvende meisjes.
En dan zeg ik dat ik geen baan heb. Dat ik in armoede leef.
Altijd verandert zo’n meisje in Malificent. Gelijk word ik genegeerd en gaan de grote ogen op zoek naar een nieuw slachtoffer.
Wie wordt er rijk van dat wervings- en selectie-dingetje?
De baas van die jongens en meisjes. Als een volleerd pooier selecteert hij op uiterlijk. Grote ogen, mooie tieten of een guitige blik. De juiste selectie werft geld. Voor Dokter Oetker. Maar vooral voor de grote, onbekende baas. Waarschijnlijk zo’n lelijk ventje dat vroeger nooit gekozen werd voor trefbal in de gymzaal. Zo’n Oetkerlul wiens computerscherm aantrekkelijker is dan het charisma van die baas.
Maar met geld. Dus hij zal ze wel flink naaien, die wervende meisjes en jongens.
Weten ze precies hoe dat voelt.