We (wij, verlichte westerlingen) worden door medelijden bevangen als we moslimvrouwen in een boerka zien lopen. Lelijk, onpraktisch en je gaat er natuurlijk ontzettend in zweten (vooral in zo’n woestijn) wat voor niemand fijn is. Ze moeten er wel toe gedwongen zijn, denken we. Want dat je zoiets verschrikkelijks vrijwillig zou aantrekken, lijkt ons ondenkbaar. Maar is het wel zo ondenkbaar? Stel dat ik liet zien dat we het zelf ook doen. In een soort boerka lopen, iets met hetzelfde effect. En dat we (vrije westerlingen) dat helemaal vrijwillig doen. Dat geloven we in ieder geval.
Bedenk even waar een boerka voor dient: om lichaamsvormen te verhullen. Tegen seksuele lustgevoelens van anderen, want de aanblik van fraai gevormde lichamen, daar krijgt een mens zin in seks van. Dat kan maar uit de hand lopen en daar houden ze bij de Islam niet van. Bij andere godsdiensten ook niet, maar dat terzijde. En al dat blote blanke vrouwenvlees dan, hier in het vrije westen? Het is overal: op tv, op internet, op straat. En voor zover het niet bloot is, zit de kleding er zo strak omheen dat er van de vormen weinig te raden overblijft. Skinny jeans, shirtjes en jurkjes die strak staan van de lycra, het lijkt niet op een boerka!
Maar had ik dan gezegd dat ik het over vrouwen wilde hebben? Ik heb het natuurlijk over ons, over mannen! Wat wij aantrekken (wij vrije westerse mannen, de meesten van ons) verdoezelt onze mannelijke vormen. We lopen in jeans die als aan elkaar genaaide juten zakken om ons heen hangen te slobberen. We passen wel twee keer in shirts die zogenaamd onze maat hebben. Korte mouwen reiken tot de ellebogen en bieden ruimte voor bicepsen waar de meesten van ons alleen maar van kunnen dromen. En onze korte broeken zijn eigenlijk lange broeken met te korte pijpen.
Zelfs een gemiddelde zwembroek van tegenwoordig hangt als een boerkini om onze heupen, tot aan de knieën. Waar is de speedo van vroeger gebleven? Het zwembroekje waarin een man liet zien wat een man tot man maakt en waar je als man trots op kan zijn. Waar zijn de tijden dat voetballers in krappe voetbalbroekjes en dito shirtjes achter de bal aan holden. En posters van mannelijke popsterren als sekssymbolen pubermeisjes lieten soppen. Ze moeten haast impotent geworden zijn, zo strak zaten hun glimbroeken in het kruis. Misschien een tikkeltje te strak. Maar dat is geen excuus om naar het andere uiterste door te slaan.
Dat boerka-achtig geslobber niet de enige optie is om mannelijke vormen te verdoezelen, zie je aan het summum van mannenmode, het pak. Wat er op het eerste gezicht juist mannelijk uitziet is eigenlijk een karikatuur van mannelijke vorm. Het ziet eruit alsof wat er mannelijk aan een man is met een strijkbout is gladgestreken, inclusief de dirty bits. Vooral die. Een strak pak zit niet strak, het is strak. Strak en stijf, als een harnas. Van een vrouw in boerka blijft alleen de boerka over. Een man in pak wordt dat pak.
De bierbuik is de enige mannelijke vorm die niet taboe is. Misschien omdat het soms niet anders kan. Want hoe wijd een shirt ook is, aan rek zitten grenzen. Maar opgewonden wordt er toch niemand van, dus kwaad kan het niet. Vandaar.