Iedere dag geven wij mannen hem meerdere malen de hand. Uit functioneel oogpunt, of uit vriendschap. De lul (penis, piemel, pik, leuter, sjarrel) is voor de meeste mannen namelijk méér dan een lichaamsdeel; hij is onze vriend. De lul (penis, piemel, pik, leuter, sjarrel) hangt het grootste deel van de dag schijnbaar doelloos rond. Dat vinden wij prima. Als we zelf niet naar een baas moesten zouden we exact hetzelfde doen.
Wij zíjn de baas van de lul, maar daar heeft meneertje grotendeels maling aan. Dat blijkt temeer uit het feit dat hij op momenten waarop het totaal niet uitkomt, de kop opsteekt. Dat vergeven we ‘m. Het is bovendien toch onmogelijk om met hem in discussie te gaan. Of om hem te dwingen specifiek gedrag te vertonen dat op bepaalde momenten wenselijk wordt geacht. Staan als hij moet liggen, liggen als we hem liever overeind zien. Over een eigen willetje gesproken!
Maar toch. De lul is onze vriend. De gedachte dat er ooit wereldwijd een piemelfestival naar Japans voorbeeld gehouden zal worden achten we helaas gering. Dan maar in woord en gedachten. Schouderklopjes kunnen we ‘m niet te vaak geven – de kans bestaat dat hij dan af gaat…