Ze waren er een jaar geleden wekenlang dag en nacht mee bezig geweest, met het opknappen van het pand in het kleine winkelcentrum bij ons in de buurt. De twee jonge vrouwen die samen een bloemenzaak begonnen.
In overall schilderden ze het interieur in terra cotta en bordeaux, timmerden rekken tegen de muur, waarin klimop omhoog kringelde. Er kwam een hoekje met pied de stalles, draadfiguren, tafeltjes met vaasjes, schotels en glaswerk, groene planten, schilderijen en een antieke kassa op de nieuwe toonbank.
Alles zelf ontworpen en zorgvuldig uitgetekend.
Af en toe zag ik ze achteruit naar buiten lopen om het hele plaatje nog eens rustig van een afstandje te beoordelen.
Op de dag van de opening baadde de winkel in kleur en bloemen.
Boven de ingang de lichtbak met in schuine letters Bloemenatelier Direne, hun voornamen aaneen gesmeed.
Als ik in de lente langs liep, stonden er zinken teilen met viooltjes en andere jonge tuinplanten op de stoep. Toen het wat warmer werd, zaten ze buiten in twee smaakvolle stoeltjes met een kopje koffie en een groet voor iedereen die voorbijkwam. Een paar weken geleden hing er een slordig geschreven A4’tje voor het raam van de winkeldeur:
‘We houden ermee op, alles met 35% korting.’
Vorige week ruw doorgestreept en vervangen door het cijfer 50, met een einddatum.
‘Zonde’, zei ik, toen ik binnen rondkeek.
Gretig serveerden ze me hun teleurstelling.
Een verhaal over te weinig klanten, te chique imago voor de buurt, vergeefse bezoeken aan de bank voor een tijdelijke overbrugging, de supermarkt die ook in bloemen ging en, aarzelend, een echtscheiding.
Ze zouden nooit meer iets voor zichzelf beginnen, zeiden ze.
De dagen erna voltrok zich de onttakeling van hun droom met de koopjesjagers die hun slag sloegen.
Ik kocht 6 glazen bakjes, een kwartje per stuk.
Er hangt nu witte dichtgeschoven luxaflex voor de ramen.
Alleen de lichtbak is er nog, aan de zijkant bungelt een los elektriciteitssnoer dat heen en weer wiegt in de wind.
Sneu… 🙁