Het restaurant zit vol. Een kakafonie aan geluiden zorgt dat de ober niet naar de achtergrondmuziek kan luisteren.
De muziek die hij juist nodig heeft om rustig te blijven.
Een jong gezin zit aan tafel twee. De Fristi is al over tafel gegaan en op de grond ligt een half aangevreten frikadel. Papa en mama hebben alle overwicht op de kinderen verloren en kibbelen met bloed doorlopen ogen en wallen tot aan de knieholtes over het al dan niet aanschaffen van een hond. Mama wil er eentje zodat ze gedwongen wordt het bos in te wandelen en papa wil er geen omdat hij zichzelf elke avond rond elf uur in de regen met zo’n vierpotige poepfabriek ziet lopen. De kinderen krijsen onderwijl dat ze minstens twee honden per gezinslid willen. Het jongste kind kauwt achteloos op een kipnugget. Met de mond open.
De ober ziet de mond tergend traag op en neer gaan. De melktandjes doorboren keer op keer het stukje samengeperst separatorvlees. Speeksel vermengt zich met nepkip en druipt via de kin op het papieren tafellaken, ondersteund door een luidruchtig gesmak.
De ober hoort het aan met een trillend ooglid.
Tafel drie wordt bemand door een man alleen.
De man heeft zich in zijn hipste kloffie gestoken en zit al de hele avond op zijn Tinderdate te wachten, maar klaarblijkelijk is hij bij voorbaat al gedumpt. Zijn afwijzing compenseert hij met een onbeperkte aanvoer van Spareribs, weggespoeld met liters bier.
Het vet druipt via zijn speknek zijn Ed Hardy shirt in en het nuttigen van de grote hoeveelheid alcohol zorgt dat zijn beste voorkomen vervangen wordt voor zijn ware karakter.
Doorrookte gele tanden scheuren het vet van de botten, vette lippen maken een aritmische beat en de vingers worden stelselmatig aan zijn broek afgeveegd.
De afgewezen man boert met regelmaat de ober bij zich, waarna hij door middel van handgebaren moet begrijpen dat er meer bier en meer vlees geserveerd moet worden.
De ober brengt bier. Maar niet voordat hij er een goede klodder spuug in gekwijld heeft. De ober gruwelt van de afgewezen man.
Tafel zeven is gereserveerd door een vooraanstaande man. Maar onder een andere naam. Want hij is samen met zijn neukertje. Daarom heeft hij tafel zeven gekregen. Precies achterin het restaurant, in een nisje. Ongestoord kan hij zijn succesvolle leven op de strakke Maîtresse botvieren, in de hoop dat hij haar het bed in krijgt. Zij laat zich verleiden door alle getoonde rijkdom. Niet voor niets heeft ze die ochtend nog alle overbodige haren weggehaald.
Ze doet niets meer dan lachen om zijn flauwe grapjes en met haar naaldhak in zijn kruis wroeten. Hij reageert als een bronstige leeuw.
Zijn tong vindt haar oor, zijn pafferige vingers omklemmen haar borsten en zijn gezwollen lid rijdt tegen het bovenbeen van de golddigger. Zij houdt professioneel de boot af, met als gevolg dat de man handelt als een jonge hond die in zijn kooi moet blijven zitten.
De ober ziet de niet verbloemende geilheid en walgt van het beeld.
Elke avond van de week. Elke avond gaat hij misselijk naar huis.
Had hij maar een gun. Net zoals in Amerika.
Hij zou het wel weten.