Heb je al gespeld?’, roept mevrouw Pasquali vanuit haar kamer.
‘Nog niet.’
‘Doe je het zo even?’
Het is mijn eigen schuld, ik had er nooit aan moeten beginnen.
Beter Spellen, de website die iedere ochtend een 4-tal multiple choice-opgaven biedt, waarmee de redactie je dag vanaf de start al grondig probeert te verzieken. Toen ik hem ergens tegenkwam, leek het me nog een uitdaging. Natuurlijk meldde ik me aan, als columnist blaas je je partijtje Nederlands immers danig mee, toch?
Bij Beter Spellen kun je kiezen uit 3 niveaus. Vanzelfsprekend stak ik in op het hoogste level. Kom op zeg, als taalpurist en rijmelaar ben je dat aan je stand verplicht.
En ik moet zeggen, dat ging de eerste weken best aardig. Je kunt onder andere je scoreverloop over 6 weken bijhouden en dat wordt dan afgezet tegen het gemiddelde van meer dan 20.000 deelnemers.
Meestal zat ik er iets of ruim boven. Zo af en toe een foutje… of twee. Maar dat kwam, vond ik zelf, omdat ik de opgave te snel gelezen had of te nonchalant was geweest. Ik had natuurlijk achteraf best wel geweten dat de schilder een palet heeft en geen pallet. (oef!)
Maar nu doet zij ineens mee en is de streep door mijn taalkundige rekening. We spellen dus samen, tenminste ik eerst en dan loop ik met de Ipad naar haar toe, vergroot de tekst zodat het allemaal wat beter leesbaar is en dan begint zij. Achteraf vergelijken we onze scores. In het begin keek ik, als de schrijver van ons twee, minzaam toe hoe ze de mogelijkheden vergeleek en aftastte. ‘Toe maar meisje.’
Als ze me overtrof schreef ik dat toe aan vrouwelijke intuïtie of blind geluk, maar nu, na een maand, begint dat spellen tussen ons toch wel een dingetje te worden.
Na een aarzelend begin heeft ze ineens de smaak te pakken en gaat naar mijn idee veel te vaak foutloos door het parcours. Waar ik begin te twijfelen en ga gokken, weet zij als wijsneus pur sang het goede antwoord aan te kruisen en te beredeneren waarom ze die keuze gemaakt heeft.
En dat klopt dan ook nog eens met de uitleg die je na het verzenden van je antwoorden te zien krijgt. Ik wankel en kom tegenwoordig niet zelden uit op 50 procent of minder. Mijn gemiddelde is een ruïne en mijn spelkundig zelfvertrouwen aan gort.
En het ergste, ze is zo’n type dat het er ook nog eens dik insmeert.
‘Kom je nog?’
‘En breng een espressootje mee.’
‘Maar dat spel jij met een x hè …?’
http://www.beterspellen.nl/website/index.php
Dank voor de link 🙂
Ik heb mijn (Vlaamse) echtgenoot ook opgegeven, dat wordt lachen !
Maar de Vlamingen winnen wel elke keer het Groot Dictee.
Ik als echte beta techneut van Friese afkomst neem het onbewust niet al te nauw met de Nederlandse Taal. Op zich niet zo’n ramp vind ik zelf, het meeste schrijf ik toch in het engels, maar mijn lieftallige echtgenote een ras alfa en taalnazi daarentegen (dat schrijf je vast anders) legt op elke taalslak een pot zout. Bloedirritant en waar ik alleen maar op kan zeggen dat nederlands niet mijn moederstaal is, en dat de vaardigheid te hebben om een autowiel te wisselen meer waard is dan het groot dictee te winnen… Met andere woorden, ik begrijp de schrijver dezes column helemaal … chapeau… bij nader inzien over dit onderwerp zou ik ook wel een leuk blogje kunnen schrijven..
Ook mooi: als je de test twee maanden niet doet, wordt de dagelijkse mail automatisch stopgezet.