In de Volkskrant een klein berichtje over Teheraanse vrouwen langs een voetbalveld. Dat zou enorm groot nieuws zijn, aangezien vrouwen daar helemaal niet naar sportende mannen mogen kijken. Het gaat echter om een potje tussen robots.
FU-manoids Berlijn tegen de Bit Bots van de Universiteit van Hamburg. Veel ultra’s zullen er niet bij zijn geweest. Toch kwamen er dus veel vrouwen op af. Mooi wel. Tragisch ook.
Mooi,
omdat vrouwen er kennelijk hunkeren naar het bijwonen van een potje voetbal. Zoveel dat ze robots, die in naam van de wetenschap een poging doen om mensen te imiteren, serieus nemen. Het laboratorium zien ook zij als surrogaat van een werkelijkheid die ze – nog – niet kunnen bereiken.
Een werkelijkheid waar mijn vriendin weinig van moet hebben. Ze is een aantal keer mee geweest en blijft daardoor nog bewuster weg van voetbaltribunes. Waar mannen in onaantrekkelijke scheldende wezens veranderen. Kijkend naar een sport waar niet eens altijd wordt gescoord en waar de spelers aanstellerig lang blijven liggen kermen, vanwege een klein tikje.
Tragisch,
omdat hen nog altijd een sluier voor een groot deel van het leven wordt gehouden. Puur omdat ze niet geboren zijn met een XY-chromosoom.
Toch heb ik nog het meeste medelijden met de spits van de Bit Bots. Wat weet hij nou? Niets. Voelen doet hij nog minder. Al zou hij beter worden dan Messi, hij zal er nooit van kunnen genieten. Hij kent dan misschien geen misstanden, geen pijn. Hij zal ook nooit weten hoe het voelt om na een zware dag op de bank neer te ploffen. Hij kan het wel doen, maar zal er niks bij voelen.
Gelukkig zijn we geen robots. Een fijne gedachte, maar niet iets om je bij neer te leggen. Hopelijk ontdekken ook veel van die vrouwen ooit, hoe afschuwelijk het in echte voetbalstadions vaak is.