Voor de duidelijkheid; het absoluut aantal stemgerechtigden in Nederland was in 2012 al 12.689.810. Laten we zeggen dat er nu, vier jaar later, afgerond 13 miljoen zijn. 13 miljoen Nederlanders die hun stem mogen uitbrengen. Dat doen ze ook regelmatig. Bij de Kamerverkiezingen bijvoorbeeld, was in 2012 de opkomst 74,6 procent, in 2010 was dat 75,3 procent. Het is ook wel eens meer dan 80 procent geweest, zoals bijvoorbeeld in 1986 (85,8 procent) en 2006 (80,4 procent).
Zelfs bij de Statenverkiezingen van vorig jaar, waarbij de opkomst altijd laag is omdat de kiezer geen idee heeft waar het over gaat, was de opkomst nog 47,6 procent. En bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 was de gemiddelde opkomst nog altijd 53,8 procent.
Een opkomst van 32 procent is dus schandalig laag. Rekent u even mee? Er zijn 13 miljoen stemgerechtigden. 1 procent daarvan is 130.000. In totaal is 32 procent ter stembus gegaan, dat zijn 4,16 miljoen mensen. Van die 4,16 miljoen heeft 38 procent voor het associatieverdrag met Oekraïne gestemd, dat zijn 1,6 miljoen stemmen. En 62 procent is tegen, dat zijn er 2,5 miljoen.
Maar er ontbreekt in deze berekening nog één getal. Namelijk dit: 8,84 miljoen. Dat is namelijk de 68 procent van de kiezers die niet aan dit spek-en-bonen-referendum hebben meegedaan. Want dat is het. Dit is geen serieuze volksraadpleging. Het is een adviserend referendum. Het is een lolletje, een aardigheid. Alleen al door de lage kiesdrempel is dit referendum niet serieus te nemen. Dat wil niet zeggen dat het oordeel van die 2,5 miljoen tegenstemmers moet worden genegeerd. Maar het moet wel worden gewogen tegen de meer dan 10 miljoen mensen die er niet tegen zijn.
Met deze redenatie kan je ver komen. Bij de vorige tweed kamer verkiezingen was er een opkomst van 75%. Hiermee werd een coalitie van PvdA en VVD gemaakt met 79 zetels. Hiermee vertegenwoordigt de coalitie maar 40% van de kiezers. En de meerderheid in de tweede kamer is dus geen meerderheid, maar een minderheid. Dit wordt nog erger als je de peilingen ziet voor de tweede kamer. De coalitie heeft 42 zetels, dus in alle opzichten een minderheid. Zijn Moeten nu de beslissingen van de tweede kamer waardeloos of “nep”? Of kan je zeggen dat iedere stemgerechtigde had kunnen stemmen, wie niet stemt telt niet mee. En dat er 30% van de stemgerechtigden hebben gestemd. En dat een meerderheid daarvan voor stemde. En dat daarom het raadgevend referendum geldig is.
Misschien hebben ze in IJmuiden de definitie van democratie nog niet uitgevonden.
Een ieder niet gestemd heeft moet zijn mond houden.
Op twitter was er na het referendum een mooie uitspraak:
Ik ga vandaag strategisch niet koken en dan kijken of er toch eten op tafel komt
en dan zuur doen als dat niet het geval blijkt te zijn.
Je gaat er per definitie vanuit dat een ieder die niet stemde voor was.
Dat is de meest achterlijke redenatie ooit!
Een ieder die niet stemt legt zijn lot in handen van de stemmers.
Net artikel, de waarde van de democratie wordt duidelijk gemaakt door hoe hij omgaat met haar minderheden. Dus er mag wel iets met de raad worden gedaan, hoewel het niet meer is dan een aangeklede opiniepeiling.
Een raad die in ieder geval ook ter harte mag worden genomen is dat blijk baar het overgrote deel van de mensen geen behoefte had om de regering op dit punt te adviseren.
Je moet stemmen, anders ken je niet winnen! (vrij naar Johan Cruijff, we missen je)
Dit is wel erg kort door de bocht om er van uit te gaan dat mensen die niet stemmen automatisch voor (of tegen) zijn. Bij een enquete is de gedachte dat een vraag onder bijvoorbeeld 100.000 mensen een antwoord oplevert die verhouding staat tot voor wanneer die vraag aan iedereen wordt gesteld. Deze enquete worden met grote regelmaat gehouden, bijvoorbeeld om de politieke verhoudingen te meten voor verkiezingen, en het is zeldzaam dat de uiteindelijke resultaten heel erg afwijken van de uitkomst van de enquete.