Vandaag tikt het kwik opnieuw zomerse waarden aan en schijnt het zonnetje, zij het sluimerig, vrolijk de dag door. Telkens als het begint te zomeren borrelt er diep in mij een soep van onrust en nervositeit. Waarmee ik het gevoel krijg dat ik naar buiten móét, naar terrassen en het park, de stad in of naar het strand. Maar het hoeft niet. Sterker nog, ik heb geleerd dat het lekkere weer ook maar een vergankelijk gegeven is waar bovenal een flink aantal negatieve kanten aan zitten.
1. Denk aan je velletje
De zon bruint je huid, maar als je niet oplet ben je een rode kreeft voor je er erg in hebt. De fase ná die van de rode kreeft is nog tergender: dan wordt je een uitgedroogde ouwe krent. Waarbij we het gevaar van huidkanker nog niet eens aan hoeven te stippen.
2. Bespaar geld
Blijf je thuis achter de dichtgetrokken gordijnen zitten, dan hoef je niet je geld te verkwisten aan dure zonnebrand. Een kleine €20,- voor een factortje 30 van een goed merk hou je net zo simpel in je zak. Dat geldt ook voor je pecunia die je anders stuk zou slaan op een terras. Weet je wat ze tegenwoordig voor een roséetje vragen? Daarom!
3. Drukte veroorzaakte stress
Propvolle parken, handdoek-aan-handdoek op het strand en tussendoor in ellenlange files staan. Terrassen die zo hutje mutje vol zijn dat een zitplek – laat staan een met een tafeltje – een heimelijke wens blijft. Al die drukte kan stress veroorzaken, met alle hartaanvallen en burn-outs van dien.
4. Consumeer gezond
Laten we eerlijk zijn: niemand gaat een middag op een zonnig terras zitten om er kruidenthee te drinken en op selderie te kauwen. De spijzenkaart van een willekeurig etablissement zit vol smakelijke valkuilen. Een portie bitterballen of aanverwante frituurhoeraatjes is zo besteld. Bij stevige trek is die huisgedraaide hamburger een brok verleiding. Uiteraard geserveerd met frietjes en een gezellige dot mayonaise. Zou je al die vette ellende thuis ook eten?
5. Voorkom irritaties.
Een muzikaal terrasbehang van hemeltergende deephouse die geen enkel sprankeltje gezelligheid laat horen. Jengelende kinderen overal die om ijs zeuren. Voetballende studenten die zich teveel Braziliaans straatvoetbal wanen, maar het richtingsgevoel hebben van een dronken kleuter. Zand in je broodje carpaccio. Absurde parkeertarieven – als je al een plek kon vinden. Muggen, wespen en ander vliegend ongediertje dat het op jouw lijf en leden heeft gemunt. De lijst van zomerse irritaties is lang, heel lang. Koning Winter gniffelt in zijn holletje.