Een klein zwart spinnetje hield ons wakker.
Draak twee vond hem, dat kleine zwarte spinnetje. Vanmorgen heel vroeg, ergens in haar slaapkamer.
Wat angstig maakte ze mijn vrouw wakker. Fluisterend liet ze weten dat ze bang was. Ze wist ook te vertellen dat het spinnetje ergens bij de kledingkast hing. In een webje.
Mijn vrouw deed haar ogen open, keek naar de wekker en constateerde dat ze nog minstens twee uur kon slapen. Ze morde tegen Draak twee dat ze terug moest. Terug naar haar slaapkamer. Terug naar het nest van dat vermaledijde kleine spinnetje.
Draak twee liet immers nog niet zo lang geleden een vogelspin op haar handen laten kriebelen. Ze moest zich niet zo bang laten maken door de miniversie daarvan.
Dramatisch drapeerde Draak twee zich terug in haar bed.
Tien minuten later herhaalden de voetstapjes zich. De ogen van Draak twee waren groter. De pupillen zwarter. Zonder iets te zeggen kroop ze onder de dekens. Tegen mama aan. Samen met knuffeldoek “Dekiedekie”.
Slaapdronken gooide mijn vrouw haar arm om haar dochter. Dochter nestelde zich in de veilige cocon die moeder heet. Dochter draaide zich nog even om.
Dochter wiebelde met haar voetjes. Draak schoof met haar kont. Draak kriebelde de wang van mama. Dochter begon te fluisteren hoe bang ze was.
Mama fluisterde dat ze wilde slapen. Dat papa niet wakker gemaakt mocht worden. Draak moest stil liggen en proberen te slapen.
Maar Draak kneep haar armpjes om het been van mama en snikte dat ze niet kon slapen. Het kleine zwarte spinnetje had zich in haar hoofd genesteld. En het had een web van nachtmerries gesponnen.
Mama zuchtte dat ze zich niet moest aanstellen. Draak twee moest of stil liggen, of terug naar haar eigen bed gaan. Want mama was moe. De wekker meldde potverdomme dat het half vijf in de ochtend was.
Draak twee sleepte Dekiedekie over de grond en sloeg de deur van haar kamer demonstratief snoeihard dicht.
Nog geen vijf minuten later hoorde papa getrippel langs zijn kant van het bed. Hij voelde het gezicht van Draak twee vlakbij zijn eigen gelaat komen. Hij hoorde haar twijfel. Ja, papa sliep toch echt.
Niet heel veel later voelde hij gekriebel in zijn oor.
Papa ontwaakte uit zijn remslaap.
Hij hoorde haar stem het verhaal van een klein zwart spinnetje vertellen. Een monstertje dat dochter doodsangsten deed beleven. Papa moest het spinnetje dood maken. Want papa was een held. De allerliefste. En de allersterkste.
Papa mocht echter nog een half uurtje langer dan mama blijven liggen. En papa wakker maken is spelen met je leven. Dochter of niet.
Dochter laveerde haar benen tussen mij en mijn deken in. Dochter legde haar hoofd op mijn borst en ze begon haar angst weg te snikken.
Mama stak er een stokje voor. Dochter moest papa en mama met rust laten. Zeker zo vroeg in de ochtend. Draak was altijd welkom voor een knuffel, maar dan wel tijdens kantooruren.
Dochter werd woest. Dat heeft ze van haar vader.
Dochter gilde en krijste. Ze ging wel terug naar haar eigen bed. Ze liet zich wel vangen door het kleine zwarte spinnetje. Ze liet zich wel leeg zuigen door dat monster. Niemand hield van haar. Ze was alleen op de wereld, maar gelukkig niet lang meer.
Nadat ze huilend haar slaapkamerdeur dicht sloeg was de stilte oorverdovend aanwezig.
Even was het zo stil dat ik bang werd. Zou dat kleine spinnetje dan toch mijn dochter hebben opgepeuzeld?
Maar toen ging er weer een deur.
Draak één kwam binnen getrippeld.
Woest op Draak twee was hij. Waar haalde zij het lef vandaan om zo dramatisch met de deur te slaan?
Mama legde Draak uit dat zusje bang was van een klein, zwart spinnetje dat blijkbaar vlakbij haar kledingkast hing, in een web.
Doodsbang deed Draak één een poging om zich in de warme cocon die mama heet te nestelen.
Een klein zwart spinnetje spon een web van angst in zijn hoofd.
Inplaats van de terroroehoe een terror spin die blijkbaar zuigt. Nou moet ik toegeven, spinnen zuigen ook, een beetje maar op een andere manier. Heb jij die dramaquyeengenen erin gestopt? 😉