Ergens is onderzoek gedaan dat als je product A eet, er een risico is dat je gezondheid eronder te lijden zou kunnen hebben. De media gaan er mee aan de haal en de voedselbranche verkoopt product B in een ambachtelijke papierzak.
Eigenlijk hetzelfde product als product A, maar dan zonder voedingsstof A1. Of sowieso zonder voedingsstoffen. Pitjes bijvoorbeeld, zo groot als zandkorrels. Superfoods, voor ons: superhumans.
Ergens zit een man achter een computer die de hele dag nadenkt hoe hij consumenten kan besodemieteren. Hij kijkt eens naar een paar minibesjes en brainstormt hoe hij ze kan noemen. Gezondheid, natuur, indianen, ja dat is het. De besjes krijgen de naam van een inheemse tipi-tentstok en worden in een minizakje verkocht voor 4,99.
Maar de werkdag zit er nog niet op voor deze marketingman. Hij heeft een theezakje voor zich liggen. Theezakje, dat kan niet meer. Hij knipt het theezakje open. Pure thee, gezonder kan niet. Dezelfde thee die eerst in de allergoedkoopste Engelse melange theezakjes onderaan het schap lag, is nu ineens een verkwikkende Tibetaanse zwarte zoethoutthee die vooral zorgt voor een goede bloedsomloop en ook nog eens goed is voor je cholesterol. Glutenvrij!
Vervolgens kom jij op visite bij je moeder, vriendin of tante, die je een heerlijk kopje thee aanbiedt, getrokken uit ‘echte’ thee en een caloriearme mueslireep op basis van gajabessen en gebroken lijnzaadpitjes. Dezelfde moeder, vriendin of tante die trouwens altijd last heeft van de bloeddruk of andere fysieke ongemakken.
Je voelt dat je verantwoord bezig bent, maar voelt je geen kut beter.
Vreemd genoeg zijn het meestal behoorlijk intelligente mensen die daarin tuinen.