Vandaag speelt onze nieuwe nationale heldin Kiki Bertens op Roland Garros de halve finale. Tegen Serena Williams, de allerbeste tennisster ter wereld ooit aller tijden. Een vrouw met een fysiek voorkomen waar je behoorlijk van onder de indruk kunt zijn. Al zijn de bovengemiddeld gespierde ledematen van Kiki minstens zo imponerend.
Bij vrouwentennis moet ik altijd denken aan de geweldige kreunsessies van weleer. Vroeger had je Monica Seles. Die kon er wel wat van, van dat kreunen. Van tennissen ook, maar de geluiden die ze daarbij produceerde waren even angstaanjagend als legendarisch. Hard en doordringend. Ik vroeg me toen al af of er ook een meneer Seles was. Zou ze in bed tijdens het liefdesspel ook zulke enorme kreunen slagen? De oergeluiden die Monica uit slaakte gaf het aanwezige mannelijke deel van het publiek angstige bedenkingen. Laat staan de buren van huize Seles. Vrouwen die niet alleen zulke extreme geluiden maken maar ook nog eens ongenadig hard met een eind metaal kunnen meppen, daar loop ik liever een eindje voor om.
Vrouwelijke tennisbazen zijn voor mij visueel in drie categorieën in te delen. Je hebt de overgespierde warrior princesses, de Xena’s van het gravel. Zoals de zusjes Williams. Dan heb je de langbenige Russische topmodellen, voorzien van een tas doping en een tennisracket. Zoals Sharapova of, voor haar, Kournikova.
Tot slot heb je de gewone meiskes die je op straat straal voorbij zou lopen. Zoals Kiki. Dames die overigens wél gezegend zijn met een talent om een bal met 200 kilometer per uur te verplaatsen. Om 13:00 is het zover. Dan mag Kiki laten zien wat ze kan tegen Serena. In het damesdubbelspel lukte dat afgelopen week al: Kiki sloeg met haar Zweedse partner de dames Williams van de baan. Zou er vanmiddag weer zo’n stunt in zitten? Laat het kreunen maar beginnen!