Samen met mijn vader en mijn broer zat ik een paar dagen in Parijs. Mijn moeder is slecht genoeg ter been om dit soort stedentrips niet meer te kunnen en mijn vader is cultureel teveel geïnteresseerd om dit soort reizen niet meer te maken. Maar om nu alleen in deze metropool te wandelen zag hij niet zo zitten.
Zijn zoons meenemen vond hij een prima oplossing.
Mijn vader is organist van beroep. Deze trip naar Parijs was voor hem een weerzien van grote liefdes; beroemde orgels.
Parijs staat stampvol kerken waarin deze orgels huizen. Daarbij heeft Parijs heel wat fameuze organisten en componisten voortgebracht.
Mijn vader had derhalve een beroepsmatig orgastische belevenis als hij weer eens via de indrukwekkende deuren van kerk nummer zoveel een grotesk blaasinstrument onder ogen kwam. Vol bewondering bekeek hij Gods’ tempel en ratelde hij als een professionele gids alle kennis van desbetreffend instrument, maar ook van het gebouw waarin het staat én de organist die er dagelijks op gespeeld heeft, of nog steeds speelt. Een wandelende encyclopedie is mijn vader als het op kerken en haar orgels aan komt.
Mijn broer en ik bewonderden mee, bekeken de rest van de kerk en wachtten geduldig tot mijn vader klaar was met bewonderen. Want we gingen ergens tijdens deze dagen ook nog naar de Eiffeltoren, de Sacre Coeur en vooral genieten van de Franse cuisine.
Aan het einde van dag één liepen we kerk zoveel uit. Mijn vader wandelde automatisch naar een heel erg Frans aandoend restaurant op het aangrenzende pleintje. Een tentje met rode luifels.
“Veertig jaar geleden at ik hier met jullie moeder. Dat was op onze huwelijksreis.”
In het restaurant zelf, waar mijn vader rode wijn dronk en zich tegoed deed aan alles wat schandalig ongezond dus lekker is, mijmerde mijn vader over zijn huwelijksreis met mijn moeder. Over het hotel, de routes die ze destijds volgden, de ellenlange wandelingen langs de Seine en vooral over de onvoorwaardelijke liefde die hij voor zijn vrouw voelt.
Veertig jaar geleden konden ze dat nog.
Samen wandelen langs de Seine. Geen cent te makken, maar met een stokbrood in het park kwamen ze een heel end. Nu eet hij in hetzelfde restaurant, maar dan met het resultaat van de onvoorwaardelijke liefde; zijn zoons.
Toen al was zijn vrouw slecht ter been.
Haar scoliose en artrose staan het niet toe om lange afstanden af te leggen. Toen niet, en nu al helemaal niet meer. Met een rollator komt ze tot aan de supermarkt. Met geluk.
De kasseien voor de Sacre Coeur zijn niet te doen. Snel in de metro vluchten werkt niet met een rollator. De te nemen afstanden zijn gewoonweg te groot; ma kan niet meer naar Parijs.
Maar ze was erbij, daar in het Franse restaurant. Via de anekdotes die mijn vader met smaak wist op te rakelen.
Luid lachend, schouder kloppend en licht nostalgisch verlieten wij het etablissement.
De dag erop bezochten we nog veel meer kerken. Heel veel meer. Pa sprak per kerk honderduit over zijn grote liefde; het aanwezige orgel.
Uiteindelijk, na de lunch, fietsten we richting de Eiffeltoren.
De wachtrij was kort en binnen een half uur liepen we via de trap naar de eerste verdieping. Mijn vader werd wat stil. Ik dacht dat hij last kreeg van zijn hoogtevrees.
De tweede etage was een overwinning. Voor pa. Want traplopen met knokige knieën in combinatie met een snel kleiner wordend Parijs onder hem viel hem zwaar.
Pa staarde naar de legosteentjes die onder hem lagen en zweeg.
Toen begon hij. Over zijn vrouw.
Veertig jaar geleden stond hij hier. Op de Eiffeltoren. Op de tweede verdieping. “Met jullie moeder. En ze was al zwanger van de oudste.”
De herinneringen aan zijn huwelijksreis zorgden dat hij zijn hoogtevrees vergat. Honderduit vertelde hij de verhalen rondom het Parijs van destijds. Via de reling wees hij naar de historische plekken waar hij samen met ma liep, hand in hand. Hoe ze genoten van de stad, de romantiek en van elkaar. Hoe ze nog in staat was om redelijk ver te lopen. En hoe ze nu afhankelijk is van haar lichaam. En hoeveel invloed het heeft op haar dagdagelijkse leven. En op zijn leven.
Zijn gedachtes zorgden dat hij op de top van de toren wilde komen. Zijn hoogtevrees overwinnend stapte hij de lift in.
Op 285 meter hoogte genoot hij met volle teugen van het moment. Met zijn zoons stond hij op het dak van Parijs. Hij had gegeten op een nostalgische plek en hij heeft zijn grote liefde in al haar vormen bewonderd; het orgel. Hij beseft dat we nog twee dagen te gaan hebben. Dat we nog de Notre Dame gaan bezoeken. Dat we op de terugweg stoppen bij de kathedraal van Saint Denis; toch wel de kers op de taart die Franse theologische geschiedenis heet. Vele theologisch historisch verantwoorde plaatsen nog te bezoeken in het gezelschap van twee van zijn kinderen. Vele Franse lekkernijen te proeven, vele kilometers aan kasseien te overwinnen.
Maar wat hem echt blij maakt is het feit dat veertig jaar na dato zijn vrouw er gewoon bij is. Meereizend in zijn gedachtes. Omdat zijn liefde voor haar nog net zo sterk is als tijdens de huwelijksreis. Zijn liefde doet geen afbreuk. Haar chronische aftakeling doet hem niet minder van haar houden.
Al veertig jaar verkiest hij zijn vrouw boven zijn maîtresses; het klavier en haar pijpen. Morrend af en toe. Dat wel.
En zo werd Parijs ook voor ons de stad van de onvoorwaardelijke liefde.
Maar de volgende keer ga ik toch liever met mijn eigen onvoorwaardelijke liefde naar Parijs.
Al is het maar om veertig jaar later met mijn eigen kinderen dezelfde nostalgische tour te maken.
Verdorie, je weet me keer op keer te raken.
Wow…mooi Gab….ik was er ook even bij. Dankjewel ?