Kuiten
Als de haringman me aan ziet komen, steekt ie z’n hand al op.
‘Kolere, wat is die wind koud’, roep ik als ik tot op spraakafstand ben genaderd.
‘Hier niet’, zegt de haringman uitnodigend. Hij staat tussen de klanten onder het windscherm, met een sjekkie en een koffiebeker waar een afbeelding van Calimero op staat.
Ik zet mijn fiets achter de kraam tegen een boom.
‘En toch hadden we het mooie weer even meegenomen. Maar ja, dat duurt niet lang hier, in dit land.’ Die laatste woorden krijgen een afkeurend tikje van hem mee. Ik weet dat ik alleen even de stop uit hem moet trekken om het hele verhaal over me heen te krijgen.
‘Het was dus lekker in Mexico?’
‘Geweldig, écht serieus’, antwoordt hij met een ontspannen blik.
‘Nog bedankt voor je kaartje’, zeg ik.
Het is een moment stil, dan herstelt hij zich.
‘Oh, dus je hebt het ontvangen?’
We zijn weer in business.
‘Hij heeft zelfs verbrande kuiten’, zegt zijn vrouw vanachter de toonbank.
‘Dat komt, elke dag zat ik om 12.00 uur aan de bar, paar cubaatjes en een biertje en die zon schijnt op dat moment van de dag net onder dat rieten afdakje.’
‘Precies om 12.00 uur?’
‘Ja, dan gingen ze open.’
‘All incloesif hè’, zegt zijn vrouw met een knipoogje.
De haringman heeft intussen zijn linker broekspijp opgestroopt en gunt ons een blik op een zwart behaarde kuit met rode vlekken.
‘Zie je wel?’
‘Laat verder maar’, hoor ik iemand achter me zeggen.
‘Maar ik haalde hem daar wel weg hoor.’ Ook zijn vrouw geniet zichtbaar na.
‘Ja, want dan moesten we aan de lunch, met een flesje wijn natuurlijk.’
‘En daarna zeker plat’, suggereer ik.
‘Ligbedje in de schaduw. Oogjes toe, en als ik wakker werd…’
‘Dan was het zeker bijna borreltijd’, zeg ik.
‘Ben jij er ook geweest’, vraagt hij schalks.
‘Ik hoor het alweer’, zegt een klant die net zijn mond heeft leeg gegeten: ‘Je hebt spekkopers.’
‘En doodlopers’, vult een ander aan.
Fijn weekend!