In de dagen dat ik als vrijgezel door het leven cruisete zag mijn appartement er exact uit zoals je het appartement van een vrijgezel zou inbeelden. Je zag er stripboeken, action figures, diverse gitaren en een rondslingerend skateboard. Bij de televisie – flatscreen maatje kingsize – bevonden zich naast de spelcomputers en games enkele metershoge stapels DVD’s van het meest uiteenlopende assortiment. De hoofdmoot bestond uiteraard uit actiefilms, manga en anime en Oosterse vechtsportfilms. Een warm lijntje naar Private zorgde voor de aanvoer van kwalitatieve grotemensenfilms en via platenmaatschappijen bereikte mij regelmatig te gekke muziek-DVD’s. Tenslotte is er niets fijners dan de verzamelde videoclips van Metallica af te spelen nadat je Bobby Eden als Cleopatra hebt zien schitteren.
Uiteraard stond er ook een enorm bankstel. Zo een met een chaise longue die aan een half voetbalelftal hangruimte verschaft. Helemaal op het einde van de bank lag het vel van een rendier gedrapeerd. Deze dikke harige unit had ik ooit in het hoge noorden van Zweden gekocht. Ik weet nog wat het etiket meldde: ‘Met de aankoop van dit product steunt u de traditionele samenleving van Lapland’. Of zoiets. In elk geval vond ik het ruige doch zachtwarme restant van een koddig poolcirkelbeest uitermate stoer en interessant staan op mijn bankstel en zijn Lappen stugge doch vreselijk aardige mensen. Die gun je wat.
Los van het voornoemde decoratieve aspect vervulde het vacht geen functie. Je kon er nonchalant tegenaan hangen, maar dat was het wel zo’n beetje. Dat is eigenaardig, omdat mannen over het algemeen niet van frutsels en loze huiskamerversiering houden die verder geen praktisch nut dienen. Hoe anders is het met een bankstel in een vrouwenhuishouden?
Vrouwenbanken zijn voorzien van gezellig ogende, zachte kussentjes. In het meest gunstige geval ligt er ook een fleecedekentje op of naast de bank. Echte vrouwen hebben een fleecedekentje. Of twee. Omdat vrouwen nu eenmaal graag op de bank mogen wegkruipen in een nest van behaaglijke warmte. Toen ik ging samenwonen zag ik die dingen eigenlijk voor het eerst. Zat ik ‘s avonds op de bank naast een vriendin die half onder een kleurrijk dekentje verscholen lag. Plus nog wat extra kussentjes. Maar het lag lekker, zoveel was duidelijk.
Het rendiervel heeft inmiddels zoveel haar verloren dat hij bedankt is voor de fijne tijd. En nu? Nu lig ik zonder scrupules bijwijlen samen met mijn lief en wat kussentjes onder een of ander vrolijk fleecegeval. Het bevalt me prima, zo’n vrouwenbankstel.