…en alleen de goede mensen gaan vroeg dood. Zo is het toch? Alle klootzakken en achterbakkers blijken niet uit te roeien onkruid te zijn, ze blijven maar voortbestaan. En raar genoeg worden ze maar zelden verlaten. De good guys daarentegen staan steeds weer naar nieuwe ruïnes te kijken.
Dit gaat eens een keer niet over mij. Dit gaat over een collega-solo-vader. Laten we hem Jan noemen.
Jan is een in-en-in goeie vent. Een lieverd. Een zorgzame man. En een watje. Laten we het zo zeggen: ik herken wel wat van hem in mij. Vooral dat met dat watje.
Enfin. Jan de goede man deed alles voor zijn vrouw. Hij droeg haar op handen. Zij was zijn doel. Zijn alles. Voor alles. Jan werkte zich te pletter om hun nederige stulpje te kunnen financieren, ging elke zaterdag in alle vroegte met de kinderen naar de hockey, deed daarnaast nog even het gros van het huishouden.
Zodat zijn geliefde vrouwe zich kon ontwikkelen. In spirituele en kunstzinnige zin. Dat had zij nodig (in haar midlife-crisis bewoording: “nu ben IK een keer aan de beurt, nu kies ik eens voor mijzelf!”). Ja, ze had het nodig. Net als de dagelijkse bevestiging dat Jan nog steeds zielsveel van haar hield en de handdoek niet in de ring zou gooien.
Vaak was Jan moe van alles. Moe aan het eind van de dag, moe aan het eind van de week, moe aan het einde van de maand. En aan het eind was hij zelfs moe van het einde.
Zijn vrouw ontwikkelde zich inderdaad. In een richting die Jan niet had voorzien, namelijk van hem weg. Ze ontwikkelde zich naar een nieuw leven toe, waarin geen plaats meer was voor de goede, aardige Jan. In plaats van gezapige Family Guy Jan kwam Kinky-Kees: een snuivende macho met een blitskar. Kees was weliswaar niet van de éénwijverij, maar dat kon de lieve vrouwe niet zoveel schelen. Kees was spannend. Want Kees was zo ‘heerlijk fout en stout’.
Nu ligt Jan solo en single op de bank te piekeren waarom al het goede wat hij deed, zo ontzettend fout was. Of eigenlijk: niet fout genoeg was om haar bij hem te houden. Hij doet nog steeds wat hij moet doen, vooral voor zijn kroost. Maar meer ook niet.
Jan was te aardig.
Dat krijg je ervan, Jan.
Zo nu en dan drinken Jan en ik een biertje en vragen we ons af, waarom vrouwen aardige mannen steeds weer de rug toe keren. En dan besluiten we keer op keer om samen slecht te worden. Zondig. Spannend. Want dat is wat iedere vrouw wil, toch? En als ons dat niet lukt, dan maar vroeg dood.
Billy Joel is het met ons eens. Billy zong: “Ik lach liever samen met de zondaars dan dat ik met de heiligen moet huilen, want met zondaars heb je veel meer lol.”
En enkel de goeien sterven vroeg. Dat ook.