De passagier in de trein is een apart wezen. Sommigen ervan. Want zelf ben ik ook weleens passagier in de trein. Maar ik ben zeer zeker niet apart. De rest van trein reizend Nederland wel. En heel soms wordt een treinreis episch.
Zoals vorig jaar. Samen met het gezin reisden we af naar de hoofdstad. Een lekker dagje toerist uithangen.
De kinderen genoten van het uitzicht. Snelwegen, hoogspanningsmasten, flats en nog veel meer van al het schoons dat ons prachtige kikkerlandje te bieden heeft.
De oudste Draak ging elke 5 minuten naar het toilet, euforisch van het idee dat zijn poepje op de rails kwam te liggen en Draak twee danste op de vrolijke deuntjes van afgaande mobiele telefoons.
We zaten in een stiltecoupé.
Niet de meest ideale plek als je met jonge kinderen reist. Dat volk kan doorgaans de rust niet bewaren. Gelukkig hadden we ons voorbereid. In onze rugzak zaten tablets en mp3-spelers. De tablets mochten gebruikt worden, mits het geluid uit stond en de mp3-spelers louter met een koptelefoontje.
Gelukkig werd het geluid van de kids overstemd door bellers.
Zo had de vrouw naast ons relatieproblemen. Een paar stoelen verderop scandeerde een man een boodschappenlijstje door. Daar achter een puber die de telefoon als ghettoblaster liet fungeren. Waar mijn dochter dan weer dankbaar gebruik van maakte, en lekker ging dansen.
Kortom, een kakafonie aan geluiden.
Binnen een paar stations lieten mijn vrouw en ik onze pedagogische verantwoordelijkheid vallen. We zaten dan wel in een stiltecoupé, maar wij waren de enige reizigers die ons stil probeerden te houden. We lieten de kids vrij. We zetten het geluid van de tablets aan en we vermaanden ze niet tot stilte, na het killen van zombie zoveel in het pedagogisch verantwoorde spelletje Minecraft.
De blikken die wij ontvingen waren dodelijk.
De reprimandes killing. We waren schandalig slechte ouders. Op onze beste dagen. Want we konden de kinderen niet aan. Het was een regelrechte schande, die pratende kinderen. En dan die herrie die uit de tablets kwam. Ongehoord.
We zouden er van lusten, als de conducteur voorbij kwam. Klagen gingen ze. Massaal.
Want ze konden de persoon aan de andere kant van de lijn niet eens verstaan. Zo erg was het.
Ik ben opgestaan.
Ik hield een kleine monoloog. Waarin ik de buurvrouw adviseerde om de kinderbescherming te bellen. Dat haar man haar sloeg was tot daarentoe, maar dat hij de kinderen misbruikte, dat was toch minstens een paar grenzen te ver. Ik vertelde tegen de boodschappenman dat hij nog even door moest geven om een beker slagroom te kopen. Dat was hij vergeten door te geven en het recept van zijn kwarktaart heeft toch echt slagroom nodig. Een beker van 200 milliliter was voldoende. Oh, en of hij Edith de groeten wilde doen, want zo heette zijn vrouw. En aan de jongen met de ghettoblaster vroeg ik of hij ook verzoeknummers speelde. Mijn dochter wilde vast Muse horen, in plaats van die neprappers als Ronnie –fokking– Flex.
De daaropvolgende stilte was tekenend voor een stiltecoupé. De schaamrode wangetjes van mijn vrouw deden mij vermoeden dat ze niet blij was met mijn actie.
Het resultaat was echter overweldigend. Gesprekken werden afgekapt, de Draken speelden in doodse stilte hun spelletjes en volwassenen staarden mokken naar het voorbijrazend beton.
Heerlijk, die stiltecoupé’s.
Heb jij ook een mooi verhaal over een treinreis? Mail het naar redactie@hoemannendenken.nl!