Laatst was ik op stap. Gebeurt wel vaker, zo in mijn single-bestaan, maar dit keer was ik met een platonische vriendin in Leiden aan de wandel. En dat gebeurt wat minder vaak, want haar chronische single bestaan is heel wat roeriger dan het mijne; met ‘losse vriendjes’ – zoals zij ze noemt – af en aan.
Niet dat haar huidige scharrel reden tot jaloezie hoeft te hebben: geen haar op mijn inmiddels kalende hoofd die eraan denkt om met haar iets te beginnen. Ze is niet mijn type, zelfs niet voor platonische seks. Daarnaast heb ik het helemaal gehad met vrouwvolk wat ook maar enigszins gebonden is: pure ellende. Maar het is wel leuk kletsen met haar.
Zij vindt het raar dat ik geen interesse in haar heb. Oh, ze ziet er prima uit hoor, maar ik voel er niks voor om een fijne praatvriendin te verliezen door ongepland even een lekker potje te copuleren. Want dán is alles meteen anders, vooral in het hoofd van de betreffende vrouw.
Haar stelling was dan ook, dat ik totáál geen mannenbrein heb. Want: mannen willen seks, maakt niet uit welk hoofd er op het lichaam prijkt. Ieder gelegenheid wordt waargenomen, als er maar een bruikbaar gat in zit. Zo denkt zij dat wij denken. Misgedacht, schatje.
Maar bestaat er dan wel zoiets als ‚échte mannenhersenen‘? Zo ja, hoe werken die dan? Dat proberen we hier op de site al jarenlang uit te leggen, maar los van het bestaan van zo’n typisch mannenbrein is het duidelijk dat het gros der mannen anders denkt dan vrouwen. Hangt dat dan samen met die hersenstructuur?
Eind vorig jaar was er een (Israëlisch) onderzoek naar geslachtsverschillen in de hersenen. De anatomie van zo’n 1400 menselijke breinen werd geanalyseerd en dat toonde aan dat hersenen van mannen en vrouwen niet noemenswaardig verschillen. Er zijn wel wat kenmerken die over het algemeen meer bij mannen voorkomen en weer andere die typisch voor vrouwen zijn. Fysiek is het mannenbrein iets omvangrijker dus je zou bij het eventuele ontleden van een hoofd het geslacht wat beter kunnen gokken, maar that’s it. Structureel geen onderscheid, dus.
Wel hebben vrouwen in de grote hersenen meer verbindingen tússen de hersenhelften, terwijl de hersenverbindingen van mannen juist sterker zijn bínnen die beide hersenhelften. Bij de kleine hersenen (goed voor de coördinatie van automatische motorische processen), is dat weer andersom. Natuurlijk vergaten ze gemakshalve even ons tweede brein in het tussen onze benen bungelende hoofdje mee te tellen. Het is hen vergeven. Zo veel breinen…
Enfin. Waarom heb ik dus geen mannenbrein? Omdat zo’n ding niet bestaat. Er bestaat wel degelijk verschil tussen mannen en vrouwen in de manier van denken en doen, en die wordt gekweekt door hormonen en door het leven zelf. Het vermannelijken of het vervrouwelijken van hersenweefsel is een apart proces, en bij de een verloopt dat anders dan bij de ander.
Bij mij verliep dat proces klaarblijkelijk nogal soft en plato-vriendin concludeert daaruit dat ik geen normale man met een mannenbrein ben omdat ik geen seks met haar wil. Ik concludeer daar op mijn beurt dan maar uit dat het brein van vrouwen daadwerkelijk anders werkt. Ik heb écht geen zin, schat, ik wil liever praten.