100 dagen achter elkaar sporten. Niet roken. Niet drinken. Bewust met voeding.
Week 0: Motivatie – Week 1: Hardlopen – Week 2: Voeding – Week 3: Lichaam – Week 4: Discipline – Week 5: Vegetarische wokreepjes
Week 6: Afzien
Op bloedhete dagen als deze, sta ik niet te springen om mijn ronde te gaan sporten. Alles kleeft. Alles zweet. De warmte maakt je loom. Verhit door de zon, wil je jezelf op het gras van de aarde storten. Verkoeling vinden in de schaduw van een boom. Heerlijk! Maar daar zal ik maar van afzien.
Want ook op hete dagen, waarop de mussen dood van het dak vallen en senioren worden opgedweild bij de vierdaagse in Nijmegen, dient er te worden gesport. Een verkwikkende duik in het zwembad zal niet misstaan, maar die staat morgen al op het programma. Dus blik op oneindig en gaan met die banaan! (Een uitdrukking die waarschijnlijk uit de wielersport afkomstig is, omdat wielrenners vroeger een banaan meenamen op hun tochten om bij het stoempen tegen het zuur voor de suiker-suppletie te zorgen.)
Rennend door de straten. Puffend. Hijgend. Bij elke stap hoor ik het zweet klotsen onder mijn oksel. Met een hoofd als een rode kool ren ik langs het grasveld, waarop groepjes Pokemontrainers mij verbaasd staan aan te staren. Ik houd mijn hoofd cool. Tot dat een oerkreet plotseling zijn weg naar buiten vindt; ’AAAaAaAarRrrrgh!’
Ik wil naar huis. Ik stink. En ik voel mij vies. Het doorzettingsvermogen moet ik uit mijn tenen halen. Maar. Ik. Ga. Door. Uiteindelijk strompel ik thuis gebroken de trap op. Eénmaal binnen nog maar amper in staat om mijn plakkerige t-shirt over mijn hoofd te trekken.
Als ik buiten adem de badkamer in loop, weet ik het weer. De voldoening. Daar ging het om. Volgende week op de helft van mijn #100DagenSporten. Al weken lang de discipline opgebracht. En vandaag weer een dag gered. Met een voldaan gevoel kijk ik mezelf in de spiegel aan. Elke dag sporten, je begint het er al aan af te zien.