Door het raam zie ik de heren en dames al zeker een uur lang alle deuren gaan. Telkens zonder resultaat. Totdat ze mijn bel vervuilen met hun smerige vingers, de ratten.
Ik open de deur en een verveelde begin twintiger, inclusief baseballcap, probeert mij zonder al teveel enthousiasme een wurgcontract aan te smeren.
Toch is mijn interesse gewekt.
Het contract houdt in dat alle rioleringsproblemen door een niet nader te noemen bedrijf worden opgelost als ik per maand 9 euro betaal. Gezien het feit dat ik om het jaar een verstopte riolering heb, is dit een interessant aanbod van Jonkheer Pisvlek. Maar omdat ik er even over wil denken, vraag ik naar een folder om -op een later tijdstip- alles eens rustig na te lezen. Een website is wat mij betreft ook voldoende.
Puskweker lacht schamper.
Hij ís de folder. Vragen stel ik aan hem en hij beantwoordt ze. Maar ik kan 2 weken bedenktijd krijgen, mits ik direct mijn handtekening onder een contract zet en er zelf aan denk om binnen twee weken alle instanties te bellen om het contract ongedaan te maken.
Daar ben ik niet van gediend. Hij wil mijn geld en ik ben niet van plan om op een later tijdstip ervoor te zorgen dat hij alsnog geen recht op mijn geld heeft. Als dit representatief is voor hun dienstverlening dan wil ik het niet.
Daarom bedank ik Pet met Puist vriendelijk en wens hem succes met de verkoop.
Nu wordt meneer boos. Zijn gezicht toont een woeste frons en zonder iets te zeggen loopt hij -door mijn voortuin- naar de deur van de buurman.
Dat.
Dacht.
Ik.
Toch.
Niet.
Woest roep ik Pukkelpopje terug mijn kant op. Geïrriteerd kijkt de Koekert mij aan. Ik vraag hem retorisch of hij zijn manier van doen klantvriendelijk vindt. Of hij iets koopt van iemand die zo zichtbaar geen zin in het leven heeft.
De pet mort iets onverstaanbaars.
“Hoe verdien jij je geld? Op basis van verkoop of per uur?” vraag ik de al wat kleiner wordende slungel. Per verkoop, meen ik te verstaan. Zijn stem slaat in die 3 lettergrepen zeker 4 keer over. Wat best knap is.
“Dus jij hebt het afgelopen uur zonder ook maar 1 cent te verdienen een hele straat geïrriteerd met je negatieve en ongeïnteresseerde houding,” concludeer ik. Petman is met stomheid geslagen. Ik zie dat hij slikt en met een licht wanhopige blik naar vluchtwegen zoekt.
“Weet je wat het is? Als jij oprecht gelooft in datgene wat je verkoopt, kan je zelfs nog Zwarte Piet-schmink aan Sylvana Simons verkopen. Maar vanaf het moment dat ik de deur opende tot het moment dat je moest vertellen dat ik zonder handtekening geen bedenktijd zou krijgen, straalde je één en al desinteresse uit. Wat bij mij de indruk wekt dat jij hier louter staat voor je eigen portemonnee.
En dat is logisch. Je gaat hier niet vrijwillig een slecht onderbouwd schijtcontract verkopen. Daar wil je voor betaald worden. Maar jouw kontzakje blijft akelig zonder doekoe gevuld als jij met zo’n negatieve houding gaat verkopen, jongetje. Sterker nog; het verbaast mij oprecht dat jij niet ondersteboven in een rioolputje gegooid bent.
Jong-et-tje.”
Dat laatste woord spuug ik recht in zijn gezicht.
Oh, wat kan ik hier van genieten.
“Dus, concluderend, jij blijft platzak. Geen pot om in te pissen. Tenzij je je tactiek volledig verandert. Dat kost moeite. Maar het levert jou iets op. Hoe?
Je recht je rug. Daarbij doe je net alsof je daadwerkelijk vindt dat jij je klant hét product van de eeuw gunt. Jammer dat het geld kost, want iedereen zou het moeten hebben. Overtuíg je klant.
Dat vertel je met oprechte twinkeling in je ogen. Gedecideerde glimlach rond je lippen. Vertel je verhaal op zo’n manier dat jouw klant niet anders kan dan concluderen dat hij een probleem heeft zonder zo’n contract. Som alle voordelen op. Laat je klant concluderen dat hij de sukkel van de straat is zonder dat contract. Complimenteer hem met zijn prachtige voortuin, toon interesse, lul mee.
En voor je het weet rijdt die strontkar van jouw baas over de kasseien van deze straat en drink jij van je welverdiende centjes een biertje op een of ander Grieks kuteiland. Met een goed stuk blond vlees naast je.”
Nu straalt Pet als ware hij de Melkweg zelve. Vol overtuiging scandeert hij dat hij geld gaat verdienen. Hij gaat zijn tactiek volledig omgooien. Hij gaat miljonair worden.
Tevreden geef ik hem een laatste tip.
“Bel anders even bij die meneer met die witte baard aan. Hij zal in het begin even tegensputteren, maar jij weet hem wel om te kletsen, jij held!”
Drie weken later moet ik hardop lachen als ik twee bodybuilders ongevraagd een slang in het putje van Baardmans zie steken en Baard woest flappen uit zijn portemonnee trekt.