We gaan!
Nog een laatste controle.
Autopapieren, een beduimeld plastic mapje waar volgens Oenema alles inzit, maar goed.. check! Sleutels, een voor het starten en een voor de zijdeur, check! Diesel, zeker tot het volgende pompstation, verzekert Oenema, check!
Water, gas, knopjes, alles is me gedemonstreerd, ook het ‘sjemies’ toilet dat niet, zoals ik eerst aannam, alle excrementen als bij toverslag doet verdwijnen, maar wel degelijk op daartoe geëigende stortplaatsen leeggegoten dient te worden.
Maar oh zo handig en gezellig als mijn geliefde tijdens de lange rit aandrang krijgt en dan binnen drie stappen haar gevoeg kan doen! En dat allemaal onder één dak.
Ik kijk naar mijn reisgenote. Ze zit er nog wat onwennig bij op de hoge stoel naast me. Haar benen komen net niet bij de grond en aan de zijkant steekt een stalen veer uit de zitting. Maar wat ziet ze er geroutineerd reizerig uit met die zonnebril in heur haar.
‘Nou, zijn we zover?’
‘Nog even gedag zeggen.’
‘NEE!’
‘Jawel, dat doen we wél.’
Ik probeer het portierraampje open te draaien.
‘Kracht zetten’, roept Oenema, ‘die zwengel moet even op z’n donder hebben.’
Krakend verdwijnt het glas tot driekwart in de sponning.
‘En niet vergeten, dubbel klutsen, anders draai je de versnellingsbak in de soep.’
Ik start de Globetrotter en in z’n 1 hobbelen we het erf af.
Dan maken we snelheid, op naar de tweede versn… de camper bokt en komt tot stilstand. Mijn wederhelft schiet naar voren in de riemen, haar zonnebril vliegt over het dashboard. Boven het aanrecht hoor ik glas- en aardewerk breken en onder mijn portierraam valt iets van metaal op de bodem.
‘Wat doe je nou?’ Ze kijkt me geschrokken aan.
‘Dubbel klutsen, natuurlijk ’, mompel ik en start opnieuw.
Als we een eindje op weg zijn, kijk ik in mijn zijspiegel naar de boerderij. Ik kan het me verbeelden, maar twee figuurtjes in de verte slaan zich onbedaarlijk op de dijen van het lachen.
We hebben er net lekker de gang in als mevrouw Pasquali me onderzoekend aankijkt.
‘En, is het gelukt?’
‘Wat’, vraag ik onnozel.
‘Ja, de huurprijs natuurlijk, je bent toch ‘n stukje gaan lopen met die Oenema?’
‘Jaa…’
‘En toen heb je ’t er toch over gehad?’
‘Tuurlijk.’
‘Nou? En..?
‘Ik, eh… het is precies zoals jij wilde, we krijgen de camper gratis een week extra.’
‘Wát!?’
‘Ja, twee weken voor de prijs van één, da’s de helft eraf. Oenema kwam er zelf mee.’
Ze verstart en keert zich van me af.
‘Ik geloof dit niet, ik geloof dit gewoon niet’, zegt ze zachtjes terwijl er kleine wolkjes stoom
uit haar oren ontsnappen.
‘Kan dat raam ook dicht!!?’
‘Zeker.’
Mijn linkerhand tast vergeefs naar de zwengel.
Het begint zachtjes te regenen.
Alsof ik de vakantieverhalen van mijn grootouders lees 🙁
Leuke serie met geweldige inkijkjes in het camp-gebeuren. Aardennen nog gehaald?
Mmm … De reactie had natuurlijk in het losse veld moeten staan en niet als antwoord op Rob. Sorry.