Mijn kinderen wonen voor de helft bij mij. Ene week hier, andere week daar. Gaat prima, ware het niet dat ze bij mij – voor mijn gevoel – relatief veel aan hun lot overgelaten worden. Ik ben in de kinderweken weliswaar (grotendeels) thuisblijfpapa, maar ook thuiswerkpapa en dan hebben ze mij met rust te laten.
Na papa is de afstandsbediening dan ook de grootste vriend van Nick en Simone, vooral ’s avonds. Ik heb een knopjesloze tv, dus de remote is essentieel. Met het resultaat dat ze continu als twee honden vechten om één bot. Een bot dat ik inmiddels al liefdevol tot ‘remotie’ heb omgedoopt, want het ding zorgt voor pure emotie. Tranen. Ruzie. Wanhoop. Oorlog. Ze kunnen geen van beide vrijwillig afstand doen van de afstandsbediening.
Simone verstopt het ding op de meest onmogelijke plaatsen als ze even iets anders gaat doen. Barbies zoeken of buiten spelen bijvoorbeeld. Nick sloopt tijdens zijn daaropvolgende razzia hardhandig de woonkamer. Bende van jewelste. Gegrom van frustratie.
Nick neemt daarentegen steevast de ‘AaBee’ mee naar de wc als hij groot moet. Deur op slot. Simone slaat vervolgens de deur tot gort tot Nick ‘m opent om haar de afstandsbediening naar het hoofd te slingeren. Raak. En kapot. Hoofd en remotie. Hoofd doet het nog, remotie niet meer. Luid gehuil. Simone drukt vertwijfeld op de knopjes. Hartstikke dood.
Dat is het moment waarop ik in mijn werkkamer ontplof. Ik sta met een hoorbare ruk op en stamp naar beneden. Ik begin een tirade over verdraagzaamheid en naastenliefde, over de gevoeligheid van elektronische apparatuur en dat je daar niet mee mag gooien. GEWOON NIET!! Ik brul dat de hele handel sowieso van MIJ is en zij daar met respect mee om hebben te gaan. En ik sluit af met de mededeling dat ze maar eens twee weken géén TV kijken en dat ik van hun zakgeld nu een nieuwe afstandsbediening ga kopen. Ga maar lekker buitenspelen, puppy’s. In de regen. Papa is boos.
Ik zie de schrik op hun gezichten. De ontzetting. Alwéér die wanhoop.
Ik voel enige twijfel en berouw opkomen, maar die druk ik professioneel weg. Dan raap ik de batterijen op, ram ze in de afstandsbediening (ja ja, papa kan werkelijk álles repareren), klik de tv uit en stamp – met de verdoemde remote in mijn kontzak – weer naar boven. De kinderen verbouwereerd achter latend.
“DAT IS NÍÉT EERLIJK, PAP!!”
Ik grijns op afstand.
Ik, gruwelijke vader.