Zwijgend luister ik naar haar instructies aan de ontbijttafel. Het gala van haar werk. Vanavond. Of ik na mijn werk haar galajurk wil ophalen. “Mijn onbeduidende kutbaan,” hoor ik mezelf denken. Ik luister naar haar betoog over mijn kleding die ze zal klaarleggen. Dat ik mijn haar in een knotje moet doen, met die Japanse haarspeld die ze van haar vorige vernissage in Tokio heeft meegebracht. Als in trance ben ik er getuige van, hoe mijn mes in slow motion het boterkuipje induikt. Het schrapende geluid over het knäckebröd… het geluid van pure chocoladehagel, deels op de cracker, deels het getingel op het bord… en volledig buiten mijn lichaam getreden hoor ik mezelf zeggen: “Ik heb ook instructies voor jou. Maar één eigenlijk. Doe geen slip aan vanavond.”
Stilte aan de ontbijttafel.
Er wordt bestek neergelegd. Mijn zoon en dochter kijken me aan, met open mond. Mijn vrouw hapt naar adem en perst er een benepen “wat is dit nu weer?!” uit. Ik hoor het mezelf zeggen: “Omdat ik je na het gala keihard ga neuken op de achterbank, op de parkeerplaats.”
Dat was eruit. Het borrelt in mij. Ik ga rechtop zitten en wacht wat er komen gaat. “De kinderen!!!” bijt ze me boos toe. Met de boter nog aan het mes wijs ik eerst op de oudste. “Hij smeert zijn smurrie af in de Grote Bosatlas”. Daarna: “En zij… zij doet dingen met mijn Rexona spuitbus!”. Ik wijs op haar met het mes.
“Hoe weet je dat nou?!”, roept ze.
“Dat ruik ik verdomme toch aan mijn vingers als ik deo gebruikt heb! Of is het van je moeder soms? Nee? Nou dan!”.
Oud genoeg dus om te weten dat papa hun moeder ook wel eens wil neuken.
Het gala verloopt zoals alle gala’s die ik heb meegemaakt sinds madame succesvol is. Een boel handjes schudden, vieze hapjes op zilveren schalen, goedkope champagne in dure glazen. Mijn vrouw die daar teveel van genuttigd heeft staat, of beter gezegd, hangt aan mijn zijde. Haar manager die evenzo teut is staat voor ons.
Terwijl ik het drama van een verdwenen schilderij aanhoor uit de mond van mevrouw de manager grijp ik de kont van mijn vrouw beet. Die slaakt een klein gilletje en is blijkbaar vergeten wat ik die ochtend beloofd heb. De ogen van de dame tegenover me schieten naar beneden. Schieten weer omhoog. Kijken me aan. Lezen de wolfachtige blik in mijn ogen. Ik verontschuldig me. “Even naar de auto, dames. Neem je alvast afscheid, schat? We gaan, het is mooi geweest.”
De auto staat achteraan op de parkeerplaats. Uit de kofferbak trek ik een shopper met kleding en kleed me naast de auto om. De smoking frommel ik zo de kofferbak in, de lakschoenen smijt ik er achteraan. Mijn jeans met scheuren zit nog net zo lekker als toen. Blij dat ik die in de schuur bewaard heb, nadat die weggegooid was door haar. Met blote voeten stap ik in mijn slangenlederen laarzen. Zalig. Laarzen die ik voor het laatst aanhad op een concert van Metallica in een ver maar niet vergeten verleden. Ik laat mijn witte blouse los over de jeans hangen, doe slechts een paar knopen dicht. De mouwen rol ik op tot over de ellebogen. De Japanse haarspeld flikker ik in de bosjes. Last but not least… ik zet de auto met draaiende motor neer voor het bordes van het Utrechtse kasteeltje.
All eyes on me bij binnenkomst. Blikken van ongeloof, van verlangen, van afkeur. Ik schud mijn lange haar eens extra uit en kijk uitdagend iedereen aan die het lef heeft om terug te kijken. Mijn laarzen klakken op het marmer alsof de nazi’s opnieuw bezit komen nemen van het bouwwerk. De adelaar en schedel die op mijn onderarm staan maken het plaatje af. Deze motherfucker komt zijn wijf ophalen…
Totaal ontredderd, maar zeer gewillig laat mijn vrouw zich meevoeren. Onderweg verliest ze een schoen. “Laat maar liggen schat”, hijg ik met een diepe grom. Ik duw haar voorover de achterbank op. Gooi haar jurk over haar kont en zie dat ze toch een slip aan heeft. Ik rijt het Marliesje in stukken. Ze klaagt er niet eens over, ik hoor slechts een gilletje. Mijn jeans ruk ik open… de lederen riem met skull buckle trek ik wild uit de lussen.. Eénmaal binnen bij haar pak ik haar lange haar in een bos en gebruik dat als teugel. Ze zit met haar gezicht en één hand tegen het andere zijraam geplakt. Elke keer als ik stoot zie ik het kwijl langs haar lippen lopen, langs het raam. Al rijdend geef ik haar de sporen door met de opgevouwen riem links en rechts stevig op haar flanken te tikken. Het is een wilde rit vol passie, vuur, geluid, lijden en lust. Met een paar laatste ferme halen maak ik de klus af en slaak een oerkreet. Snikkend en hijgend laat ik haar op de achterbank achter en gooi de deur dicht. Dan pas zie ik haar manager op de treden van het bordes zitten, met haar hand onder haar rok en een glas rosé in de andere hand. “Fijne avond nog!”, roep ik haar grijnzend toe. “Vuile rosé hoer..”, mompel ik er achteraan.
Een spoor in het grind trekkend raas ik vol gas de nacht in. De versnellingspook voelt als een knuppel in mijn hand. Een Lucky Strike aangestoken. Ik ben de herder. De herder die het verloren schaap op de achterbank thuis gaat brengen. Ik zag dat het goed was.