Ik noem haar maar Dion. Natuurlijk heet ze niet zo, maar ik vermeld nu eenmaal geen echte namen. Ik wil tenslotte dat ze mijn facebook-vriendin blijft. Dion dus.
Dion sprak me aan in de chat. Én haar persoon sprak mij aan, dat ook. Ik ben helaas niet zo chatterig: ik ben een ware chat-hork. Maar voor Dion deed ik mijn best.
De golflengte paste. Althans, in geschreven taal. We spraken af. Eten. Altijd goed, want eten moet. Goed bereikbaar restaurantje, snel gevonden. Mijn tram stond tien minuten stil dus ik kwam twintig minuten te laat, maar ik spotte haar in no time achter het raam. Lange haren, grote neus, markante rode bril, ietwat mollig. Mijn type.
Dion, die met haar mond open haar gamba’s tot moes maalde.
Dion, die met een onverklaarbaar accent verklaarde, nu toch echt de liefde van haar leven te zoeken. En te zullen vinden.
Dion, die haar handtas (maatje jutkoffer) tegen het dienblaadje van de serveerstudent slingerde.
Dion, die mij recht in de ogen keek en nonchalant stelde, dat mijn stoppelbaard bijna uit mijn oren groeide.
Dion, die na ettelijke biertjes met dermate veel consumptie sprak dat het kaarsje op tafel doofde.
Dion, die mij liefdevol een lepeltje van haar ijs wilde laten proeven maar per ongeluk mijn neusgat ermee vulde.
Wat een tof mens, mijn date-Dion. Dat meende ik oprecht. Een open, grofmotorisch gestoord, ad rem en schaamteloos persoon. Ik schrok er zowaar van.
Tijdens ons obligatoir bioscoopbezoek – want wat moet je anders tijdens zo’n eerste, onwennige date – vond ik haar hand binnen vijf minuten hoog tussen mijn benen. Dion wond er geen doekjes om, enkel vingers. Ik was blijkbaar een geschikte kandidaat voor die gezochte liefde van het leven. Of voor haar levendige liefde. Dat ging me nét iets te snel. Ik pakte haar hand, gaf er een zoentje op en hield haar vingers stevig tussen de mijne om verder middenbeens gegrabbel vooreerst te voorkomen.
Eenmaal buiten sidderde ik. Niet van opwinding, des te meer van onrust: wat zou ze nu doen? Voorstellen? Willen? Dus nam ik het initiatief.
“Ik heb een erg leuke avond gehad, lieve Dion. Dank je wel. Ik ben echt doodop nu, maar dit moeten we binnenkort nog eens een keer overdoen, wat jij?”
Ze keek me aan, gaf een schalkse knipoog. Meer onrust in mij.
“Was tof, ja. Maar de avond is toch nog niet voorbij? Ik wil nog wel wat.” En toen die gevleugelde woorden: ”Bij jou of bij mij?”
Daar stond ik. Te schutteren. Het enige wat ik kon bedenken was: “Doe dat afzakkende glaasje spa dan maar bij jou, want ik heb momenteel geen thuis. Ik woon bij een vriend en ben blut.”
Hoe kwam ik dáár nou weer op… Maar mijn gut-feeling was duidelijk: Dion was te snel voor mij. Ik wilde dit niet. Haar niet. Niet nú al. Wat is dat toch met die datende vrouwen van tegenwoordig? Gelijk bij de eerste ontmoeting al seksen? Met mijn veertig jaren en gigantische gebrek aan date-ervaring ben ik overduidelijk nog van de ouwe stempel: eerst uitgebreid besnuffelen.
En zo liet Dion mij, de onverholen hint begrepen hebbende, in de motregen staan en beende weg. Dating Denis is zo makkelijk nog niet.
Chapeau dennis, weer een briljante tekst.
Ik ben en blijf fan <3
Heerlijk geschreven weer!
Mooie ontsnapping, hou vol!