Zo, dat was het dan. In zeven dagen ben ik geradicaliseerd als atheïst. Maakt u zich geen zorgen, ik heb een hekel aan geweld en ik wil niemand iets aandoen, ook niet degenen die het hartgrondig met mij oneens zijn.
Wat ik in deze zeven afleveringen heb beschreven, is een gedachtenexperiment. Bij toeval stuitte ik op het mechanisme van radicalisering. Aan den lijve heb ik ervaren wat het met je doet als je ineens iemand iets hoort vertellen wat je zelf al jaren dwars zit. Hoe dat je hongerig maakt om nog meer te horen, nog meer, alsmaar meer. Maar hoe je daar dan op reageert, ligt helemaal aan jezelf.
Wat we horen over de terroristen die de wereld verbijsteren met hun botte geweld, is dat het vaak jonge mensen zijn. Soms zelfs heel jong, wel 17 jaar. Dat is een leeftijd waarop je extreem beïnvloedbaar bent. Je meningen over de wereld, over politiek, over de verhoudingen tussen mensen, zijn dan veel extremer dan op latere leeftijd. Wie dan ook nog eens psychisch niet sterk in zijn of haar schoenen staat, wordt gemakkelijk omver geblazen door de predikers van de uitgesproken meningen. Juist jonge mensen hebben dan niet het kritisch vermogen om bij die nieuw verworven overtuiging vraagtekens te zetten.
Ik heb dat vermogen wel, en ik zet dan ook mijn vraagtekens bij wat mannen als Christopher Hitchens en Richard Dawkins vertellen. Want religie mag dan een hallucinatie zijn, maar het heeft toch ook goede dingen gebracht. Verschillende geloofsrichtingen prediken verdraagzaamheid. Er worden uit naam van allerlei kerkgenootschappen ook goede dingen gedaan, en dan hebben we het nog niet eens over religie als eeuwenlange motor voor kunst en cultuur. Religie is dus niet alleen maar slecht.
Maar mijn belangrijkste kritiek is dit: wie zegt me dat een atheïst wél een goed en braaf mens is? Net zo min als het geloof in een opperwezen, is atheïsme een panacee voor alle kwalen. Een atheïst kan net zo goed een moordenaar zijn, een dictator of een oplichter, een verkrachter of een terrorist.
Zolang ik dit soort vragen blijf stellen bij mijn eigen overtuiging, vorm ik geen gevaar voor die van u. Intussen hoop ik wel dat u ook vragen stelt bij uw eigen geloof, wat dit ook mag zijn. Want alleen zo kunnen we alle vormen van radicalisme het hoofd bieden.
Laat u niets wijsmaken. En blijf kritisch!
Deel 6 vind je hier.