Sinds maandag zijn de kinderen weer naar school. Jaha! Eindelijk!!
We hebben het weer doorstaan, die ontelbare weken van verveling, van eeuwig laat opblijven ‘want ik kan morgen toch uitslapen’ (waarna ze vervolgens om 7 uur ‘s ochtends naast je bed staan). Weken van chlooroog-behandelingen (want onder water kijken in gore buitenzwembaden moet) en muggenbultjeukgezever. Weken van geregel wie er nu wanneer met de kinderen op vakantie gaat en van daadwerkelijk op vakantie gaan, om volledig gesloopt terug te komen. Weken van teveel tv kijken en nóg meer verveling.
Het normale leven begint weer! Denis-time. Regelmaat. Rust.
Maar toch huil ik. Vooral innerlijk. Want minstens één kind van mij is nu zomaar ineens te groot geworden voor een afscheidsknuffel. Hij gaat naar de middelbare school. En bij het wegbrengen betekent dat: Pa, oprotten, ik wil hier niet met jou gezien worden. Dus gaat hij vanaf heden ook bij regen maar mooi met de fiets. Wat nou 6,5 km doortrappen. Geen fatsoenlijk afscheid meer willen nemen van je paps? Dan ook geen luie jongensreet meer in zijn auto.
Ineens is ie zo groot. Bij tijden zelfs groter dan me lief is. Van de ene dag op de andere is hij anderhalve meter de volwassenheid in geslungeld. Gooit zijn rugzak achteloos over zijn schouder, slingert zich op zijn mountainbike, en weg is ie. “Doei pap. Werk-ze.”
De beginnende baard in de keel maakt zich ook al kenbaar. Af en toe slaat zijn stem over. Vooral als hij mij geeëmotioneerd toebrult dat ik de chipszak niet zo snel leeg had moeten vreten.
Vroeger sloeg hij zijn kinderarmpjes om mijn nek en pulkte vervolgens quasi liefdevol de chipjes weer uit mijn mond.
Als hij onder de douche staat, is de badkamer verboden terrein. Zo bang is hij dat ik zijn beginnende haargroei – elders dan in het gezicht, want daar is nog niks – zie.
“Hé, pa! Waar heb je verdorie de anti-roosshampoo nou weer neergezet?”
Vroeger kroop hij bij mij onder de douche en vroeg me of ik zijn haar wilde inzepen met anti-oogjeuk-shampoo.
Als er ‘maten’ over de vloer komen, sluiten ze zich samen met de X-box op. Ik mag nog net de glazen cola om de hoek schuiven.
Vroeger keken hij en zijn speelvriendjes met een bewonderende glans in de ogen toe, wanneer ik met papa-achtige behendigheid de radiografisch bestuurbare Porsche tussen de tafelpoten door manoeuvreerde.
Maar goed. Ik moet me dringend vermannen. Door dit nostalgische gejammer verword ik steeds meer tot de ouwe zeveraar die ik pertinent niet wil zijn.
Dus juich ik nu gewoon maar: Hoezee, de vakantie is voorbij!
En school maakt nu eenmaal groot.
En ik zit weer te janken… bedankt hè…
Tsja zo hoeft het niet te gaan. De puberteit is niet anders geweest t.o.v. de andere periodes in de opvoeding van mijn beide dochters. Dat afzetten van de ouders bijv, dat hoeft helemaal niet. Niet meegemaakt bij allebei. Ik verbaas mij altijd over de voorinstelling dat de puberteit een moeilijke periode zou zijn. Een profetie die uitkomt zodra je die aanhangt, zo lijkt het.