“…want mama wil nog een kindje!”
De woorden van Nick galmen nog steeds na in mijn hoofd. En ik snap het niet. Waar komt deze wens nu zo ineens vandaan? Toen we nog bij elkaar waren, was een derde kindje na onze twee kanjers het allerallerlaatste op de wereld wat ze wilde.
Ik hoor het haar nog zo zeggen: “Twee is meer dan zat! Ik moet er niet aan dénken dat ik nóg een keer moet beginnen aan zo’n dikke zeulbuik, aan inknip-hechtingen spoelen, aan pijnlijke ballontieten, luiers verschonen, lepels worteltjesbrij in een stijf dichtgeknepen mondje wurmen en doorkrijste nachten. Ik wíl geen panty’s meer om mijn bloempotten moeten binden om de aarde uit een peutermond te houden. We zijn nu net ein-de-lijk zo ver dat we weer enigszins normaal kunnen leven en communiceren. Eindelijk hebben we weer een beetje meer vrijheid. Daar past écht geen baby meer bij. Nu niet, nooit niet.”
Alleen stopte dat zo gewaardeerde communiceren niet lang daarna abrupt en is het leven nu minder normaal dan ooit tevoren. Maar ik heb meer vrijheid. Dat wel.
Enfin. Ex-lief wilde zich aanvankelijk zo snel mogelijk laten steriliseren. Maar aangezien die procedure bij mannen een stuk makkelijker is en ook sneller gaat, vroeg ze eerst of ik mijn leiders niet uit de macht kon laten zetten. Ze had al op de ingreep gegoogeld en duwde me de print-outs onder mijn neus.
Toegegeven: ik had er geen grote problemen mee. Het was overduidelijk dat mijn zaad vanaf nu voorgoed ongewenst biochemisch afval was. En ik vond het eigenlijk toch ook wel goed zo, al had ik een derde kind erbij toch ook best leuk gevonden. Ik wist de huisarts van onze sterilisatiewens en mijn – goed geveinsde – vastberadenheid te overtuigen en onderging de ingreep. Je loopt een paar dagen met je benen wijd, als een boer die door een paard in zijn kruis getrapt is. Strakke onderbroek aan, af en toe een paar cold packs erop. Dan pulk je de minuscule hechtpleisters van je ballen, vallen de hechtingen er wat later vanzelf uit, en hoppa, het definitief incompetent (niet impotent!) gemaakte zaakje bungelt weer frank en vrij. Zoals het hoort.
Bij Ben, de nieuwe vriend van ex-lief, vloeit het zaad klaarblijkelijk nog wel vrijelijk. Heel fijn voor hem. Maar dat hij zijn viriele spermacellen met haar goedvinden in haar baarmoeder wil stoppen om weer een nakomeling te zaaien, dat steekt mij nu toch een beetje. Is stom. Weet ik.
Maar ík ben en blijf ontmand. Voor haar. Voor haar ‘nóóit-meer-een-kind’-wens. En ja, ook omdat ik dacht dat we op de een of andere manier voor eeuwig bij elkaar zouden blijven en dat het goed was zo.
Wel, niks is voor de eeuwigheid. Een relatie niet, het leven niet, zelfs de uitdrukkelijke wens om geen kinderen meer op de wereld te zetten niet. Blijkbaar wilde ze die kinderen enkel niet meer met míj. Dit klinkt wellicht enigszins verbitterd. Ben ik ook. Maar ik zal me vermannen.
En ach, ze moet het allemaal ook helemaal zelf weten. Acceptatie is een kunst. Ik wens haar, en vooral hem, in ieder geval veel doorkrijste nachten, stinkende spuitpoepluiers en uitgespuugde worteltjesbrij. In the face. Enjoy.