Ik beland weleens op de Wallen. Niet vaak. Maar soms is het gebied de snelste manier om van A naar B te komen. Zeker als B er middenin ligt, zoals laatst. Ik had afgesproken met vrienden, in een kroeg. Gewoon zo een die ook in een ander deel van de stad had kunnen liggen. Niet alles aan de Wallen ruikt naar schimmigheid en Durex.
Ik belandde in een paar onvermijdelijke zomerse filefuiken voor enkele ramen. Samengeperst door toeristen sta je dan een tijdje stil voor een raam. Vanuit een ooghoek zag ik de schaars geklede en overdadig gepancakete dames. De mannen om mij heen vind ik inmiddels een stuk interessanter.
Toeristen die grofweg te verdelen zijn in twee groepen. Volendambezoekers en geile beren. De eerste groep begrijp ik wel. Vrij goed zelfs. Je komt naar een stad, als toerist, om wat couleur locale te proeven. In Amsterdam is nou eenmaal de Disneyficatie van hoererij te vinden. Geen gidsje laat het onvermeld. In Parijs ga ik ook naar Monmartre. Dat hoort zo.
De tweede groep is mysterieuzer voor me. Jonge kerels die echt verlekkerd lijken te kijken. Gasten die als in de Ikea eerst wat rondlopen, om te kijken wat ze daadwerkelijk later gaan kopen. Noem me naïef, maar ze fascineren me elke keer weer.
Zelf heb ik me ook weleens afgevraagd hoe het zou zijn om bij zo’n mevrouw binnen te wippen. Helaas ben ik niet avontuurlijk genoeg om het ook uit te voeren. Het concept begrijp ik. Moeilijker in te leven vind ik die groepjes mannen die samen de waar bespreken.
Het is zo’n vunzig idee. Stel, je vindt dezelfde leuk, of in ieder geval leuk genoeg. Dan bespreek je vast wie eerst mag, zodat de tweede daarna wat rond mag stoten in het werkgebied van de voorganger.
Ook de schimmigheid van het gebied schiet me altijd te binnen. Om over de werkomstandigheden van de dames te zwijgen. Verder geen moreel oordeel van mij hoor. Dat zou zijn als een inwoner van Las Vegas die bezwaar maakt tegen gokken.
De Wallen zijn nou eenmaal nog altijd een hele grote trekpleister voor de stad. Samen met softdrugs misschien wel de grootste. Ik laat me er zo nu en dan nog graag door verrassen. Het rare smaakje wordt steeds een stukje minder ranzig.