Om met de deur in huis te vallen: we gaan te weinig dood in Nederland. Dus laten we Veilig Verkeer Nederland en al die instanties, die op onze goede voeding en leefwijze letten, onmiddellijk verbieden. Pas dan is er een kans dat de lijst van donorharten en andere bodyparts enigszins aangroeit. De één zijn dood is de ander zijn brood. Dood doet leven!
Dat laatste is het doel van voormalig nieuwslezeres Pia Dijkstra en haar grote leermeester Alex Pech van D66, beiden al vele jaren bewust van de camera’s en het succes van huil-TV. “Ik denk aan al die patiënten”, sopte Pia in de microfoon, terwijl haar baas heel aandoenlijk zijn gezicht in zijn handen begroef, omdat volkomen onverwacht het wetsvoorstel voor omgekeerde donorregistratie het haalde in de Tweede Kamer. Dit omdat er een sukkel van de Dierenpartij te laat aankwam. Hij was niet op tijd op de trein gestapt. Twee keer fout dus eigenlijk, want hoe kun je erop rekenen dat het openbaar vervoer stipt op tijd aankomt? Een enkel blaadje op de rails en alles staat stil.
Nu is de kans maar klein dat het aangenomen voorstel ook daadwerkelijk een wet wordt. Hoewel: in Nederland is alles mogelijk. We zijn immers dusdanig politiek correct, dat we regelmatig meegaan in maatregelen die in eigen vlees (excusez le mot) snijden. De hele EU is daar een duidelijk voorbeeld van. Maar in de Eerste Kamer wordt nu al gerept over Artikel 11 van de Grondwet, waarin wordt bepaald dat de mens zelfbeschikkingsrecht heeft over eigen lichaam. Dubbelop als dat klinkt, een artikel dat de mens beschermen moet tegen kwaadwillenden met snode plannen.
Nu zit ik midden in het denkproces of ik wel of geen donor zou willen zijn. Mijn vrouw heeft al eerder de knoop doorgehakt en toegestemd. Dat laatste heeft ze nu weer geannuleerd en ook ik heb laten weten geen donor te willen zijn. Inderdaad: zelfbeschikkingsrecht. De Staat heeft al negenennegentig procent van mij in haar bezit, dat ene overgebleven procentje, mijn lichaam, krijgt ze niet.
“Maar je kunt toch nee zeggen?”, wordt mij op sociale media voorgehouden. Dat kan en dat heb ik ook gedaan. Want per definitie staatseigendom zijn voelt niet goed. Het is voor mij hetzelfde als Pia Dijkstra die zegt; “U bent nu lid van D66, tenzij u aangeeft dat u dat niet wilt”.
Ronduit stuitend is de wijze waarop iemand, die er rond voor uit komt geen donor te willen zijn, wordt bejegend op internet. Zo zou ik een egoïst zijn. Raar eigenlijk, ik wil zelf namelijk absoluut geen donorlichaamsdeel van een ander in mijn lijf. Is het mijn tijd om te gaan, dan ga ik gewoon.
Een ander zegt: “ik help graag een ander”, waarmee ik word geschoffeerd. Voor allerlei mensen verricht ik bij leven diverse onbetaalde werkzaamheden. Men draagt vervolgens een karrenvracht zakelijke argumenten aan, waarom ik toch vooral mijn lichaam ter beschikking van de Staat zou moeten stellen. Dat het hier om een gevoelskwestie gaat, daar wordt volledig aan voorbij gegaan. Wij Nederlanders zijn namelijk niet goed in gevoel en beredeneren onszelf het liefst het graf in.
Tot deze mensen zou ik willen zeggen: val dood. Dan help je tenminste iemand. Niet helemaal dood natuurlijk, want dan heeft de Staat niks meer aan je organen. Je moet nog wel een beetje leven, als een scalpel in je lijf wordt gezet. Maar dat is maar een detail, toch?
Het is heel simpel joh:
Geen donor, onderaan de lijst als patiënt. Donoren voorrang, op de uitzonderingen die medisch gezien geen donor kunnen zijn.
Meten met twee maten vind ik verschrikkelijk. Wel iets willen maar niets geven.
Pas als je in je omgeving (of als slachtoffer) het probleem van de wachtlijsten kent en de problematiek rond het donorcodicil met al die “principiële mensen” en luie figuren weet je waar het om gaat. Maar aangezien het wettelijk niet geregeld kan worden dat donoren voorrang krijgen op niet donoren op het moment dat ze er een nodig hebben is de huidige poging van D’66 tenminste iets.
Ik vind het niet eens een discussie waard..
Beste Dust, zoals ik schreef: ik wil helemaal geen orgaan van een ander. Voor anderen zie ik de gedachte “geen donor geven dan ook geen donor krijgen” als rancuneus. Er kunnen vele redenen zijn om geen donor te KUNNEN (dat is wat anders dan niet willen!!) zijn. Je vindt iets dat leven en doodgaan zo raakt niet eens de discussie waard. In dat geval is NIETS in het leven de discussie waard. Tot slot, in een andere discussie schreef ik waarom ik dat niet KAN!
De zinsnede uit de monden van voorstanders van orgaandonatie: “het wordt grotendeels beslist op basis van emoties’ verbaast mij. Natuurlijk wordt die beslissing op basis van emoties genomen. Zo heb ik geleefd met mijn ogen, hart, huid en alles wat maar te doneren valt. Dat waren niet zo maar wat gereedschappen, maar onderdeel van mijn volledige mens zijn. Zij hebben meegemaakt, geroken, gevoeld, gelachen en gehuild, zij zijn het enige dat honderd procent van mij is, omdat ze mij zijn. Dat weggeven doe je niet op basis van argumenten, maar op basis van emotie en gevoel. De ene mens kan dat, de ander niet. Men zegt: de ander WIL niet, maar dat is een ongenuanceerde gedachte, iemand als ik KAN niet.
Tot slot: ik gun het mijn lief dat ze haar laatste adem in mijn armen uitblaast. Rustig en vredig in ons eigen huis en ons eigen bed. Daar passen geen andere mensen bij en zeker geen doktoren met scalpels in hun handen, die hijgerig klaar staan om toe te slaan. Doneren moet immers snel, anders beschadigen de organen. Wie toch gunt zijn of haar geliefde zo’n einde, nadat je zo intens in liefde met elkaar hebt geleefd? Ik dagdroom dat er kaarsjes om het bed staan, zoals dat was op onze huwelijksdag, ik haar streel en daarna alle rust en tijd heb om haar laatste adem een beetje door te laten dringen in mijn geest…
mooi verwoord.. respect..
Beste Jan,
Allereerst bedankt voor uw uitleg, ik kan me daar goed in vinden. Ik zeg ook duidelijk dat er een verschil is tussen willen en kunnen. Ik heb vrienden die niet kunnen maar wel graag eentje zouden ontvangen indien nodig. Wat ik zeg is als je niet WILT je ook niets KRIJGT.
U hoeft ook niets, zoals u aangeeft. Daar heb ik respect voor. Ik ken de heftige emotie van mensen die wachten en doodgaan terwijl ze weten dat er veel meer organen beschikbaar zouden zijn als een boel mensen de MOEITE zouden nemen zich te registreren. Dat is ook een waarheid, naast uw waarheid van de emotie. De realiteit is ook dat er zinloos mensen doodgaan. Niet door mensen op basis van goed onderbouwde emotionele en/of rationele beslissingen, maar vanwege luiheid. Om die mensen gaat dit wetsartikel. Ze denken er, in tegenstelling tot u, überhaupt niet eens over na maar willen indien nodig wel een orgaan natuurlijk. Dit zijn veel mensen, heel veel…
Voor de mensen als u veranderd er niets, u bent er sowieso bewust mee bezig. U kunt zich er naar gelang uw mening gewoon simpel uitschrijven.
Uw laatste alinea is mooi en emotioneel. Veel mensen putten echter ook juist troost als de dood van hun geliefde anderen het leven redt. Dat is ook mooi maar blijft iets van persoonlijke voorkeur op basis van heftige emoties. Ik heb vijf dagen geslapen in het huis waar mijn vader opgebaard lag. ‘s-Morgens thee naast hem gedronken, in de middag visite die afscheid kwam nemen. Heel mooi. Maar hij kon dan ook geen donor meer zijn, indien wel zou ik het ook mooi gevonden hebben als het anders was geweest.
En dan lees ik ook nog dat sommige mensen op basis van dit wetsartikel zich uitschrijven. Dan denk ik; waarom was je in de eerste plaats dan donor? Om mensen te helpen of vanwege politiek? Als je echt levens wilt redden maakt dit toch niet uit? dan veranderd het toch niets?Dan zet je je toch over je principes? Want wat is als puntje bij paaltje komt nu belangrijker, in het leven?
Zoals ik schreef, mijn vrouw is zo iemand die zich heeft laten uitschrijven. Ze heeft er vele jaren over gedaan om het besluit te nemen zich beschikbaar te stellen als donor. Een honderd procent eigen beslissing, langs meanderende paden van twijfel van wel of niet. Nu de Staat ingrijpt is er een scheermes gegaan dwars door al die zo persoonlijke overwegingen. Ze was boos en teleurgesteld door zoveel ongevoeligheid en de ongenuanceerde euforie in de Tweede Kamer. Twijfelen is gevoel en kost tijd. Daar heeft de Staat geen boodschap aan.
Ik hoorde van een leerkracht in het Voortgezet Onderwijs die kinderen onderwijst van zeer beperkt niveau, niet of nauwelijks in staat om over donorschap na te denken. Beschaving bestaat hier uit dat er geen druk ligt op de zwakkeren in de samenleving. Dat is geen luiheid (ik vind dit nogal een aanname, die m.i. nergens als een bewezen feit te boek staat), maar het onvermogen om alle consequenties te kunnen overdenken. Dat schuurt met het zelfbeschikkingsrecht. Het is daarom dat ik het wetsvoorstel in de Eerste Kamer weinig kans geef.
Ik moet zeggen; u zet me wel aan het denken.
Ik denk dat het bij veel mensen weldegelijk de luiheid is die de oorzaak van het niet registreren is. maar wat u schrijft…daar is idd veel voor te zeggen. Helaas is de wereld zo ontzettend grijs en niet simpel zwart-wit. Ik ben in veel andere dingen juist (hoe hypocriet) zeer principieel, juist op gebieden wat privacy betreft. Maar het tekort aan donororganen blijft hoe dan ook groter dan noodzakelijk. Dat vind ik persoonlijk heel erg moeilijk om te verkroppen, daar ben ik dan weer heel boos en teleurgesteld over.. Geeft aan hoe emotioneel en persoonlijk dit soort overwegingen zijn.. Wat u ook benadrukt heeft in uw stuk. Ik zie het alleen vanuit het andere perspectief. Maar dat is wellicht niet geheel objectief.