Straatagressie, ik kan er geen genoeg van krijgen. Gelukkig krijg ik er wekelijks mee te maken. Vandaag nog. Drie jongens op twee fietsen staan aan de andere kant van de weg bij een rotonde. Ze rijden tegen het verkeer in en zijn zo druk met elkaar bezig dat ze ook niet doorhebben dat ze de complete breedte van het pad blokkeren. Ik steek over en zeg: jongens, zorg even dat ik er langs kan. Krijg ik ‘klootzak’ naar mijn hoofd geworpen.
Incasseren
De vroegere Werner die nog wel haar had, maar heel wat minder lef, zou zijn hoofd hebben gebukt; die zou door zijn gefietst en zichzelf hebben gemopperd. ‘Tjonge jonge jonge, wat een ongemanierde blagen.’ Maar niet de Werner van 2016, die al drie jaar op kickboksen zit en weet dat hij menigeen een flinke schop onder z’n donder kan geven als het moet, en tevens beseft dat hij weleens tegenover iemand kan komen te staan die beter is in knokken, maar durft te incasseren. Ik reed dus niet door.
Killerclowns
Ik word wel vaker uitgejouwd. Komt door mijn outfit. Ik rijd verkleed als wielrenner en die hebben zo’n beetje dezelfde reputatie als killerclowns. Onlangs stapte iemand zonder te kijken achter een bushokje zo het fietspad op. Ik moest vol op de rem. Een oude man die het zag riep: ‘Dan moet je maar niet zo hard rijden.’ Vroeger had ik van binnen gemopperd: ‘Stoffig figuur, voor jou is alles te snel.’ Tegenwoordig stap ik af. Ik ga naar zo’n persoon toe en zeg: ‘Wat zei u daar, meneer?’ En dan zie je ze dus helemaal klein worden en stil. Meestal binden ze dan wel in. Sommigen zeggen zelfs sorry.
Terroristen
De drie jongens op de twee fietsen zeggen geen sorry. Die roepen dat ik niet zo agressief moet doen. Mooi! Nog beter. Dus ik leg ze uit dat ze dat als verbale terroristen zelf uitlokken. Nou, dat vinden ze niet. Geen probleem. Ik sta te popelen. Stap alsjeblief af, denk ik. Haal alsjeblieft uit. Ik bied ze gewillig mijn linker- en rechterwang aan. Maar ze doen het niet. Ze fietsen weg. Stelletje watjes. En aan de overkant roepen ze nog een keer iets lelijks naar me. Eigenlijk wil ik er achteraan fietsen. Maar ergens diep in mij zegt de oude Werner dat het nu wel weer welletjes is geweest. Het watje.