Ik ben een outcast. Een mislukkeling. Een mispunt. Een patjakker. Een fielt. Een galgenbrok. Een lamstraal. De schandvlek der familie. En met reden. Laat ik u één voorbeeld geven, ter illustratie:
Aangezien ik het roetzwarte schaap van de familie ben, bezoek ik al in geen tijden meer familiepartijtjes. Ze zien mij aankomen… Men ruikt de alcoholnevel en het zwartgallige sarcasme op kilometers afstand. En ik percipieer hun aftandse kleinburgerlijkheid en kleinsteedse parfumwalmen van mijlen ver. Tot wederzijdse tevredenheid zie ik mijn ooms, tantes, neefjes en nichtjes niet meer, tijdens hoogtijdagen zoals koperen, zilveren of gouden bruiloften. Ook de laagtijdagen – begrafenissen – gaan doorgaans aan mijn neus voorbij.
Dit kan ook zo zijn nadelen hebben. Je herkent je neefjes en nichtjes nauwelijks nog, de kleine mopjes van toen zijn uitgegroeid tot kloeke knapen en mooie zwanen van begin twintig. Laatst zat ik achter mijn laptop wat te surfen langs datingsiteprofielen. Op de automatische piloot verzond ik wat mailtjes naar ʼn stuk of vijftien lekkere meiden van een jaar of twintig, tweeëntwintig. Hoewel ik de dertig ruim gepasseerd ben, val ik overduidelijk op jongere meiden, omdat bij hen ‘alles’ nog fier overeind staat, er heeft nog geen onherroepelijke verzakking plaatsgehad, zal ik maar zeggen…
Enfin, een paar dagen na deze surfsessie liep ik in een winkelstraat mijn nichtje Nathalie tegen het lijf. Ik kon haar aanvankelijk niet thuisbrengen, eerst toen ze pal voor mijn neus stond, herkende ik in haar het kleine meisje dat ooit op mijn knie paardje reed. Boos deed ze haar verhaal. Blijkbaar had ik haar op een datingsite een lekker wijf genoemd en gevraagd of ze zin had om ’n keer door mij gebeft te worden. Ik kon wel door de grond zakken! Niet alleen vanwege het feit dat ik mijn bloedeigen nichtje op het wereldwijde web niet herkend had, meer nog vanwege het feit dat ik haar weinig vleiend als ‘lekker wijf’ had bestempeld, haar bovendien, tot overmaat van ramp, een ‘oneervol’ voorstel had gedaan.
Na dit incident besloot ik dat ik in de toekomst uitsluitend nog respectvolle berichten zou gaan versturen naar dames van mijn smaak. Dus niet meer van: ‘Hé wijfie, zin om te neuken?’, maar meer van: ‘Jongedame, zou je ’t leuk vinden wanneer ik ’n keertje de lakens met je deelde?’
Ook heb ik me voorgenomen familiebijeenkomsten vaker bij te wonen. Zo’n faux pas als het ‘lekker wijf-incident’ kan ik me op mijn leeftijd – ik ben vijfendertig – niet meer veroorloven. Ik word ook een dagje ouder. Het wordt nou weleens tijd dat ik recht evenredig wijzer word.
Als je in 1970 geboren bent, dan ben je toch echt 45.
De dertig dus ruim gepaseerd, zoals hij schrijft:-)
Laatste alinea: Zo’n faux pas als het ‘lekker wijf-incident’ kan ik me op mijn leeftijd – ik ben vijfendertig – niet meer veroorloven.
Ach!
Hahaha!