Ik heb ze niet, kinderen. Niet omdat ik ze niet leuk vind, maar vader worden is gewoon nooit aan orde geweest. De gelegenheid ontbrak, dat zou al een afdoende verklaring zijn. Maar de diepere verklaring zit hem in de kinderwens. Dat die er gewoon niet is. Ik vind kinderen leuk (soms, niet alle) mits het andermans kinderen zijn. Dat ik er van op aan kan dat ze op een gegeven moment naar huis gaan en dat dat huis niet het mijne is. Maar toch weet ik best waar mijn kindvoorkeuren liggen als ik een kinderwens zou hebben. Bij meisjes!
Ik woon in een kinderrijke buurt dus ik weet waar ik het over heb. Het wemelt er soms van op het speelveldje achter mijn huis. Vooral van meisjes. Meestal tot een jaar of tien. Zelfs als ze ruzie met elkaar maken is dat nog heel schattig. De jongetjes die er soms ook zijn spelen anders. Ze maken dingen stuk en als ze wat ouder zijn gaan ze voetballen. Eerst is er de hooligan, daarna de voetballer, als dat geen veeg teken is! Ik heb weinig met dingen stukmaken en ook niet met voetballen. Dus ik zou alvast tegen dat deel van de vaderrol opzien die voetballen met je zoon inhoudt.
Een meisje heeft het in zich alles te zijn wat je van een kind verlangt. Slim, maar ook schattig, lief en mooi. Jongens zijn vaak al van jongs af aan van die onooglijke kobolden. Die ook nog eens aan ADHD lijden. Aan meisjes zie je al vroeg de mooie vrouwen af die ze aan het worden zijn. Soms blijken de hooggespannen verwachtingen wat dat laatste betreft, later illusies te zijn, eigenlijk best vaak. Maar je eigen dochter is sowieso mooi.
Maar met dochters krijg je via een omweg toch met jongens te maken. Eerst speelkameraadjes, dat is tot daaraan toe. Zo’n speelmiddagje met jongensbezoek overleef je nog wel. Maar dan komt de fatale dag dat het eerste echte vriendje komt opdagen. Zo’n lelijke puistenkop waarvan je je wanhopig afvraagt wat ze erin ziet. Zo’n schreeuwlelijk die jouw prachtige dochter niet verdient. In wiens brutale ogen je de snode plannen leest die hij met haar heeft. En dat je alleen maar kan hopen dat het onvermijdelijke liefdesverdriet dat het allemaal gaat opleveren mee zal vallen. Zij ziet dat allemaal anders en je mag je er niet mee bemoeien, ouwe lul die je opeens bent.
Ik zou hopen dat ze lesbisch was. Dan heb je op een gegeven moment twee dochters. Twee voor de prijs van een. Je hoeft je geen zorgen te maken over de condoomdiscipline van die lummel en als het dan langzaamaan wat serieuzer wordt, blijven gesprekken over mannenzaken met je toekomstige schoonzoon je bespaard. En al dat lauwe bier. Maar stel dat ik ooit wel een kinderwens had en de gelegenheid had zich toen voorgedaan, hoe groot is dan de kans dat ik nu in het rijke bezit zou zijn van een dochter met een leuke vriendin? Hooguit vijf procent, vrees ik. Dus eigenlijk mag ik niet klagen.