
Bron: Flickr.com
Bij de viskraam waar ik iedere zaterdag drie harinkjes met uitjes apart kom kopen, krijg je voor iedere bestede 2,50 euro een zegeltje. Voor een volle kaart krijg je 5 euri korting op de volgende aankoop. Als aarts-Hollander, Hollandser worden ze niet meer gebakken, ben ik daar gek op. Terwijl ik normaal in het slagveld van onze keuken van alles kwijtraak, waak ik als een kloek over de spaarkaart. Er passen 50 zegels op. Een snelle berekening leert dat daar 125 euro aan vissen tegenover staat.
Het loopt tegen het eind van het seizoen, de kraam staat er alleen nog volgende week. Ik heb berekend dat ik met mijn huidige bestedingspatroon de kaart vol krijg, op één zegel na. En daar ga ik natuurlijk geen vette kibbeling of gerookte paling voor aanschaffen.
Dus vraag ik met een charmante glimlach aan de vismevrouw of ik de kaart ook met één ontbrekende zegel etc…
De uitbaatster, een vrouw met doorrookte jaarringen in het gelaat en een stem waarin de tijd van alles gefrituurd heeft, kijkt me aan met een blik of ik seniel ben.
‘Daar kan ik niet aan beginnen, meneer.’
Even heb ik de indruk dat hier een onontdekte comedienne aan het woord is. Een gebbetje, zo staalhard gebracht, dat ik een moment denk: ‘Een natuurtalent’.
Maar ze meent het, ze MEENT het!
‘ Ja’, vervolgt ze, ‘dan kan ik van iedereen wel’ etc…
Ik besef dat onze zielen lichtjaren van elkaar verwijderd zijn en dat een gedachtenwisseling met een roodstaart Leguaan nog meer effect zou sorteren. Dus slik ik alles in wat tot handgemeen zou kunnen leiden en vertrek.
Op 50 door ons gegeten haringen toch minstens 80 euro verdiend en dan eikelen over één zegeltje. En ook nog eens niet beseffen dat ik mijn klandizie voortaan verplaats, al moet ik ervoor naar de visafslag rijden.
Die vis wordt duur betaald!
Als rechtgeaarde Hollandse, Hollandser worden ze niet meer gebakken, snapt ze dat als ze het bij 1 klant doet dat iedereen etc. Maar wel een beetje flauw idd.