Hoe noem je een oudere man die op straat leuke meisjes van hooguit achttien aanspreekt om afspraakjes mee te maken? Juist, een modellenagent! Zo een als Paul Fisher die een aantal weken op herhaling was op RTL 5 met I can make you a supermodel.
Wat een dekmantel om het verste fruit, de groenste blaadjes, het malste vlees voor jezelf te reserveren! Shoppende prille schoonheden van straat plukken, hij kan het zich permitteren, waar hun ouders bij staan. Met zijn alibi kan hij zich schaamteloos pal achter de lijnen posteren bij meisjeshockeywedstrijden en na afloop de Naomi van Assen en de Ellen Hoogs in spe eruit pikken voor een fotosessie. Niet om hun hockeycapaciteiten maar vanwege ranke eindeloos lange kaarsrechte benen onder hockeyrokjes (en gegarandeerd cellulitisvrij) en om springende blonde of pikzwarte paardenstaarten aan de achterkant van gave schattige gezichtjes.
Verbluft horen ze Paul Fisher vertellen hoe wereldberoemd hij is. Google me maar, zegt hij vol Amerikaans zelfvertrouwen. En dan blijkt hij de vertegenwoordiger op aarde van de goddelijke Naomi Campbell geweest te zijn, en van vele andere hemelse lichamen. Na zijn grootste successen waren er even wat akkefietjes met drugs, maar nu is Paul helemaal terug om in Nederland (of all places) vers modellenvlees te scoren. Want vlees heeft een beperkte houdbaarheid in de modellenwereld, taai is een doodzonde. Nieuwe aanvoer mag nooit stagneren.
En hij is razendenthousiast over het modellenpotentieel van onze Hollandse meiden. Soms weet hij niet waar hij zijn begerige ogen op moet laten vallen, op de beste vindplaatsen wemelt het van de lookalikes van Doutzen Kroes. De hen voorgespiegelde carrières van sommige meisjes vallen helaas even later al in het water na nauwgezette bestudering van de eerste snapshots. Bij nader inzien toch te gewoon, nu al te dik, te klein, te oud, soms zelfs te jong. De beste slagers weten van tevoren wat voor vlees ze in de kuip hebben. Hun ogen zijn scherper dan het beste mes.
Het is nu te laat, maar ik weet eindelijk wat ik had moeten worden. Ik denk dat ik talent heb, want we delen dezelfde blik, Paul en ik. We zijn even kritisch en over de meeste criteria zijn we het eens. Al verschillen we over details regelmatig van mening. Maar dat moet kunnen onder collega’s.
Hij heeft de droombaan voor de heteroseksuele man. De ideale vrouwen eruit pikken en van tevoren weten dat ze geen nee zeggen. Want dat is de definitie van een model: een model is het lichtende voorbeeld voor alle anderen! Zelfs in een juten zak zijn ze nog een streling voor het oog, laat staan in iets van Karl Lagerfeld of Jean Paul Gaultier. Een model is jong en strak.
Elke keer als ik wakker schrik uit I can make you a supermodel, land ik in een wereld die er opeens onherbergzaam uitziet. Een wereld waarin mooie (en zelfs minder mooie) vrouwen keihard Nee zeggen, waar volgens boze tongen alle vrouwen van voor de overgang al te jong voor me zijn. Waar ik vrouwen die misschien ja zouden zeggen niet eens in een hockeyrokje wil zien, laat staan dat ze in iets van Karl Lagerfeld of Jean Paul Gaultier zouden passen. De kennersblik hebben Paul Fisher en ik gemeen, maar hij moet ook iets hebben wat ik niet heb. Op zijn minst schaamteloosheid!