Ik ben er nu even helemaal klaar mee, om maar eens een hedendaags cliché uit de kist te trekken. Waar je ook klikt of naar kijkt, wat je ook openslaat, waar je ook toevallig naar luistert, het wemelt van de voltooide levens, aangepaste euthanasieregels, pillen van Drion, ongeldige wilsverklaringen, palliatieve sedaties, verhalen uit sterfhuizen, ervaringen uit de eerste hand van ongeneeslijk zieken die zich door Lucille Werner een laatste keer laten ontlokken en Youpies van ‘t Hek die op de rand hebben gebalanceerd en daar luidkeels kond van doen. Zich in opperste ijdelheid verbazend over de snelheid waarmee het mes in hem gezet kon worden, vergeleken bij de wachtlijsten waar normale niet zo grappige stervelingen mee geconfronteerd worden.
Sterven is in, de dood is hot, Het lijkt erop of we dit taboe uit alle macht aan het slechten zijn, in een poging onze individuele angst voor het einde de baas te worden. Alleen verkeert de overcompensatie in haar tegendeel. Bij mij tenminste wel, er gaat geen dag voorbij zonder magere Hein en ik vind hem steeds enger worden. Daar kan geen Halloween tegenop.
Kunnen we niet weer even het leven vieren, dat wij er zijn en onze geliefden ook, dat leven leuk, opwindend en toekomstgericht kan zijn en dat het meer is dan een voorbereiding op het onvermijdelijke, een soort uitgesteld doodvonnis.
Kom op, ik heb genoeg praatuurtjes gezien waarin heel Nederland in woord en gebaar verslag moet worden gedaan van weer een paar laatste weken. Alsof de finale klap door de media moet galmen en niet de stilte van de hoogste intimiteit mag genieten.
Matthijs moet tenslotte zijn allerbetrokkenste gezicht kunnen laten zien en zijn neurotische stemgeluid twee octaven laten zakken En wij moeten voor de buis een beetje griezelen en blij zijn dat we nog niet aan de beurt zijn.
Voorlopig tenminste…