Mannen houden van gereedschap. Goed gereedschap komt altijd van pas. Elk voorval waarbij je mis grijpt op een goede sleutelset, een minuscuul kruiskopschroevendraaiertje of een soepele decoupeerzaag is er een te veel.
Gereedschap is onze vriend. Niet alleen om mee te klussen, maar ook in de keuken. Goed keukenspul is van essentieel belang als je vlot en handig wil koken. Geen rare frutsels die je in iedere vrouwenla terugvindt maar in ieder geval een goed koksmes, een fatsoenlijke hapjespan en een snijplank die minstens groter is dan twee sneeën brood.
In mijn keukenla ligt een oude, platte tang. Het is een simpele knijper zonder enige degelijke uitstraling en met een beetje inlevingsvermogen zie je er het rijke culinaire verleden van pakweg Litouwen in: geen poespas dus. Ik heb geen idee hoe ik ooit aan deze knijper gekomen ben maar zeker is dat ik hem al minstens tien jaar moet hebben. Volgens mij liggen ze voor een habbekrats bij de Action in de bak.
Ik gebruik hem als ik zelfgemaakte hamburgers wil flippen, worstjes draai of bami opschep. Hij is de afgelopen jaren onmisbaar geweest bij tientallen, misschien wel honderd barbecues op de meest uiteenlopende locaties. Het ding heeft inmiddels het equivalent van een veestapel omgedraaid waar een gemiddeld dorp een jaar van kan eten.
Goed spul hoeft niet duur te zijn of van allerlei gegalvaniseerde snufjes te zijn voorzien. Gewoon een simpel, basic knijpertje. Die gaat nog heel wat jaartjes mee.