Collega Gabriël vroeg zich onlangs af, hoe ik de bestaande conventies, de regels en de afspraken die de kinderen van jongs af aan kennen (en die grotendeels opgesteld zijn door mijn ex) handhaaf. Als gescheiden man dan.
Zijn vraag:
“Hoe kan zo’n Denis Enkeling twee kinderen per weekend op een verantwoorde manier opvoeden, terwijl er geen moeder is die hem dat vertelt? Waar haalt hij de discipline vandaan?”
Het antwoord is simpel: ik ben totaal onverantwoord. De regels van hun moeder, mijn ex, zijn enkel de hare. Die laat ik dus ook mooi daar. Mijne zijn anders. En vooral: redelijk afwezig. Discipline is dus ook niet nodig.
For the nookie hoef ik het inderdaad ook niet te doen: Ik nookie wel buitenshuis. Stuk handiger.
Overigens heb ik de kinderen niet enkel in het weekend: 50-50 is het bij ons; om de week. Lang leve het co-ouderschap. Mijn kinderen echter zijn ook al wat jaartjes ouder dan die van Gabriël; ik kan – als zij dat willen – aardig goed met hen discussiëren over de zin en onzin van bepaalde noodzakelijke regels of afspraken.
“Om zes uur binnen zijn, want dan gaan we eten,” betekent in mijn huishouding: 5 over 6 kan nog net, 10 over zes is de limit, kwart over 6 ligt je eten in de gootsteen of de vuilnisbak. Eet maar brood. Dat hoeft maar één keer voor te komen en ze weten dat het menens is. Afspraak is afspraak.
Ze zijn daarnaast ook al zelfstandiger: “Pap, ik heb honger!” betekent niet dat pap op commando naar de keuken sjeest om wat te eten te maken. Dat betekent enkel dat pap roept: “Dáár is de koelkast, doe het lekker zelf!” En dat doen ze dan, wetende dat ze met het mes van zich af moeten snijden, niet naar zich toe.
Geen zin in huiswerk maken en voor de TV blijven hangen betekent niet dat ik met de mattenklopper achter ze aan zit om ze aan het werk te krijgen. Ik antwoord enkel: “Dat is jouw zaak. Heb jij je boeltje niet op orde, merk je de gevolgen morgen vanzelf op school. Mogelijk zit je er dan nog een jaartje langer. Ik vind het best.”
Niet naar bed te krijgen of keten (of lezen) tot laat in de nacht? De volgende ochtend zijn ze vanzelfsprekend zo brak als wat, niet uit bed te branden. Dan is er echter geen pardon: licht aan, natte waslap in ‘t gezicht, hop eruit, en: vooral niet mopperen. Had je maar eerder moeten gaan slapen.
Mijn kinderen zijn vatbaar voor onaangename gevolgen. Ze registreren ze en trekken dan (meestal de juiste) conclusies ten aanzien van de nadelen van hun handelen. Daar heb ik mazzel mee. Met andere woorden: ik voed niet direct op. Ik laat ze de consequenties voelen van hun eigen acties of onwil. Vooralsnog werkt dat erg goed. Ik neem aan dat de pubertijd t.z.t. behoorlijk roet in het eten gaat gooien, want dan is pa de arrogante lul die denkt dat ie alles kan bepalen. Maar dat zien we dan wel weer.
En niet te onderschatten: ik heb inmiddels de ondersteuning van drie mede-opvoeders, die – als het de spuigaten uitloopt – ook niet te beroerd zijn om mede te delen dat iets (nog) niet kan. Wijn zuipen bijvoorbeeld. Of over de privacy-grenzen van anderen heen banjeren.
Qua huishouding ben ik ook uit simpel hout gesneden: ik kook eetbaar, ik strijk niet en ik maak enkel schoon wanneer het echt vies is. Of ik zit het uit tot ‘t een andere huishoudingsgenoot teveel wordt en die het doet. Moeten de kinderen douchen? Dan vraag ik of ze dat even willen gaan doen. Niet? Prima, dan stink je morgen maar een uur in de wind. Je klasgenoten maken het je vast wel duidelijk.
Het is geen anarchie, maar het komt aardig in de richting. Het is een laissez-faire in combinatie met mijn verlicht despotisme, en het vertrouwen dat het dan vanzelf wel in de juiste banen geleid wordt.
Het Huishouden van Jan Steen is zó 1980.
Nu heerst Het Huishouden van De Enkeling.
Heerlijk. Zo doe ik het ook. Goed, nu moet ik af en toe zuchtend opstaan omdat ze nog niet zo groot zijn als die van jou… maar voor de rest is actie en consequentie een stuk leerzamer dan ‘omdat ik het zeg’.