Lezen wat hieraan vooraf ging? -> hier!
Bloemen? Why Not! (over schoenvullerij)
4 december, half drie ‘s nachts.
Ik sluip de trap af. Ik heb maar even mijn wekker gezet, ervan uitgaande dat om deze tijd de rest vast wel klaar is met schoenvullen.
Nondeju, wat is het koud. Als ik wat zou kunnen zien, zou ik nu mijn eigen adem kunnen bewonderen.
–––
Een paar uur eerder.
Het beeld: vier volwassen mannen met een zo groot mogelijke schoen in de hand, die ze ieder met veel gevoel voor traditie (en bij gebrek aan een open haard) op de deurmat in de gang neerzetten.
Aiko heeft wat verdord gras uit de tuin geharkt en drapeert dat nu kunstzinnig rondom zijn schoen.
“Voor ‘t huispaard!” grinnikt hij er triomfantelijk bij, wetende dat ik hem getrokken heb.
“Heel fijn. Bedankt. Zal smaken,” grom ik terug. Demonstratief haal ik een pilsje uit de koelkast en prop dat in mijn schoen.
“Kijk. Zó behandel je een dorstig huispaard op een fatsoenlijke manier. Hint, hint.”
De rest houdt het op een delicate schoenvulling van mandarijn en muffe walnoot.
–––
Ik sta in het donker voor de schoenen in de gang. Ik zie geen bal, maar ik durf het licht niet aan te doen; straks wordt Hans nog wakker. Met één hand tast ik op de grond, op zoek naar het gras rond mijn doelschoen. Niks. Ik trek mijn mobieltje uit de zak van mijn bordeauxrode ochtendmantel. Hoera voor de zaklamp-app.
De schoenen van Hans en Guido zijn al gevuld. Braaf. De mandarijnenschillen liggen er, zoals het hoort, naast. Uit Hans’ schoen steekt een halve rol keukenpapier met een mini-flesje wodka in de rol geduwd. Op het keukenpapier staat met dikke viltstift: “Je kunt toch maar beter jezelf trekken!”
Ik grinnik. Duidelijk het werk van Guido, praktisch en to-the-point als hij is. Maar van inpakken heeft hij totaal geen verstand.
In de schoen van Guido zelf zit een zwarte koker met een rode strik erom. Het ziet er verdacht veel uit als zo’n kokertje met extra lange openhaardlucifers. Óf Hans geeft er morgen een pak brandhout bij voor Guido’s geliefde tuinfikkies, óf het is een aanwijzing voor een geplande, door Hans gefinancierde, huisverbouwing, zodat we volgend jaar onze schoen écht bij de open haard kunnen zetten. Ik vind het best een lullig schoencadeautje. Maar er zit, lyrisch als Hans is, een gedicht bij. We zullen zien.
Ik kijk in mijn schoen. Leeg. Het flesje bier is weg, maar er is niks voor in de plaats gekomen. Enigszins verongelijkt denk ik: als die schmiecht er morgen nog steeds niks in heeft gedaan, wil ik subiet mijn zelf opgeduikelde, sinterklazig ingepakte, originele uitgave van ‘Lucky Luke – In het spoor van de Daltons’ terug. Aiko verzamelt originals van Lucky Luke-strips en deze heeft ie nog steeds niet weten te bemachtigen, dus ik vond het zelf een prachtcadeau.
Ik leg Luke onder de schoen van Aiko, neem me voor om de wekker op half zes te zetten voor een nonchalante controlegang, zet de zaklamp uit, veeg het gras op en loop in het donker naar de keuken om het in de prullenbak te mieteren.
Boink.
“Wahh!!!”
Er steekt iets in mijn neus.
Aiko en ik zijn in de duisternis gecollideerd. Het tussen ons beklemd geraakte slachtoffer is een bos bloemen.
“Tjezus, Aiko, wat doe JIJ hier? En wat moet je met die blommen?”
Aiko kijkt bedremmeld naar zijn geplette bosje chrysanten.
“In jouw schoen doen, natuurlijk.”
“Blóémen?? Wat moet ik in vredesnaam met blóémen?? Zelfs met een condoom kan ik ondanks volledige abstinentie nog meer beginnen. Ooit enig bewijs van levende flora in dit huis ontdekt? Of moet ik als braaf huispaard die bloemen dan ook maar opvreten? Het gras was smerig, trouwens. Gaat allemaal tussen je tanden zitten.”
“Het is JOUW schuld! JIJ stopte dat flesje bier in je schoen. Dat heb ik gelijk maar soldaat gemaakt, en daarna nog eentje uit de koelkast. Toen bedacht ik me, dat ik nog wat voor jouw schoen in elkaar moest flansen. En ook dat ik eigenlijk helemaal niks had om te flansen. Dus ben ik om middernacht naar het tankstation gefietst. Daar zag ik die bloemen en dacht: Why Not!”
Sinds Trump roept Aiko om de haverklap ‘Why Not!’ Why Not is het nieuwe ‘Soit’, nadat Soit het nieuwe ‘whatever’ was. Ik verlang heftig terug naar de tijd van ‘kan mij ‘t bommen’.
“En eenmaal thuis heb ik als beloning voor zoveel inzet nog maar even een biertje gepakt. Toen ben ik op de bank in slaap gevallen. Net wakker geschrokken. En zie hier.”
Ja. Zie daar. Tankstationchrysanten van de Sint. Dat wordt een heerlijk avondje met die vent.
Vorige afleveringen van ‘De commune v.d.b.L.’ lezen?
Deel 1 – De Boot op, de Boot in
Deel 2 – Puur Communisme
Deel 3 – Ex is in
Deel 4 – Adult Content
Deel 5 – Driewerf Present!
Deel 6 – Bordeaux? Nu echt!
Deel 7 – De Ommanteling
Deel 8 – De Quotavrouw
Deel 9 – Trek jezelf