
Bron: WikiPedia
Sinds kort hebben mijn eega en ik een abonnement op De krant van gisteren. Een relatief nieuw fenomeen in ons land. De reden voor de hoofdredacteur, Bas von Hagendorff, om dit dagbladconcept in de markt te zetten, was een fijngevoelige: Von Hagendorff vond dat het nieuws in de traditionele couranten wel erg rauw op het dak viel, van de argeloze lezers en lezeressen: zij die ’s ochtends, voordat ze in hun automobiel of forensentreintje stappen, gewoon lekker ontspannen willen genieten van hun eitje, hun sapje, hun krantje.
Al die hongersnoden, oorlogen, aanslagen, bankovervallen, fietsendiefstallen, waarmee de lezers, nog half slaperig in hun ochtendjas, eensklaps geconfronteerd worden… Dat kan ook anders, dacht de van oorsprong Oostenrijkse hoofdredacteur: een soort ‘gefilterde’ versie van de wetenswaardigheden van de dag.
Het geniale idee van Von Hagendorff: het nieuws eerst een dag láter dan te doen gebruikelijk optekenen in de krant, waardoor de lezers reeds wat hebben kunnen wennen aan de harde, gruwelijke kant ervan, via de wat ‘vloeibaardere’ media zoals de televisie, de radio en het internet.
De krant van Von Hagendorff zou dan ’n dag later met een wat lichtere, softere presentatie komen, van de harde nieuwsfeiten. Met veel duiding door insiders en legio kleurrijke grafiekjes, om een en ander – daar waar nodig – wat inzichtelijker maken. Plus een smakelijke kookrubriek, waarin iedere dag de bereiding van een traditioneel gerecht werd uitgelegd, dat in een bepaald oorlogsgebied – het meest actuele conflictgebied – veel wordt genuttigd.
Von Hagendorff had met deze aanpak een knaller van een gat in de markt aangeboord. Binnen enkele maanden bereikte zijn dagblad een oplage van méér dan honderdduizend exemplaren. Blijkbaar stelde een substantieel deel van onze bevolking een wat onbezwaardere variant van de gedrukte nieuwsverstrekking, gespeend van de naargeestige kantjes, alleszins op prijs.
Zo ook ondergetekende. Ik zal u een voorbeeld geven. Ik ben een groot voetballiefhebber. Toen het Nederlands Voetbalelftal enkele jaren terug in de finale van het WK voetbal tijdens een ordinaire schoppartij de onderliggende partij bleek te zijn, was ik bijkans ontroostbaar. Mijn vrouw slaagde er niet in mijn bloedend gemoed tot bedaren te brengen. In dat bewuste geval zou het uiterst welkom zijn geweest, wanneer mijn dagblad niet maandag (dus slechts één dag na afloop van de verloren finale, die traditioneel op een zondag wordt afgewerkt) met WK-nieuws op mijn deurmat zou zijn gevallen, edoch eerst dinsdag, zodat mijn hart een etmaal extra de tijd had gehad, de sportieve klap te verwerken.
In die krant van dinsdag had ik dan een luchtige versie van het sportnieuws, alleszins op prijs gesteld. Ik denk daarbij aan recepten uit het land van de kersverse wereldkampioen, of mode- en showbizznieuws uit datzelfde land. En verder wellicht wat kleinere feitjes nopens het voetbal: de spanning van de finalebal, een reportage over de firma die de cornervlaggen had mogen produceren, diepte-interviews met de gemalinnen van de grensrechters… Kortom, het soort ‘lichtvoetige kost’ dat het verlies van een WK-finale wat draaglijker weet te maken.
Een ander voorbeeld. Twee weken geleden werd in het winkelcentrum bij ons in het dorp de bank overvallen. Resultaat: een dode, drie gewonden en twee daders die ervandoor gingen met een buit van méér dan tweehonderdduizend euro. Een flinke klap voor onze kleine, gemoedelijke plattelandsgemeenschap. De regionale en nationale radio- en televisiezenders deden in reusachtige gesproken kapitalen, kond van deze gruwelijke gebeurtenis. De krant van gisteren, echter, kopte twee dagen later middels grote koeienletters: OVERVAL HEEFT OOK VOORDELEN. Daarop volgde een relaas met als belangwekkendste conclusie, het feit dat de beveiliging van het onderhavige bankfiliaal door het betreffende incident een gatenkaas (of, zoals wijlen taalvirtuoos Johan Cruijff zou zeggen: een geitenkaas) was gebleken, en dat men nu spoedig, wat dat betreft – ik citeer – ‘orde op zaken zou stellen’. Kijk, zulke berichten geven de burger hoop ende moed!
De burger anno 2017 zit niet meer te wachten op ‘n bloederig, confronterend verslag over ’n juist te laat toegesnelde ambulancebroeder, die het slachtoffer van een steekpartij in zijn armen ziet sterven. Of op reportages die een inkijk geven in de horror die treinmachinisten doormaken, wanneer ze getuige zijn van de vijftiende suïcide uit hun carrière. Wij burgers hebben recht op een milde, vertraagde vorm van de werkelijkheid. Een soort ‘schaduwrealiteit’, waarbij alles met een ‘koek-en-ei-sausje’ wordt overgoten.
Wij willen berichten lezen over een te vroeg geboren giraffebaby in Dierenpark ‘De Olijke Ooievaar’, over een zich reeds eind februari aankondigende lente, over de fonkelnieuwe, buitengemeen kleurrijke kindermaillot-collectie van de HEMA. En als onze minister-president op 1 april wordt geliquideerd door een duistere cel van een of andere terroristische organisatie, verwachten wij twee dagen later van onze ochtendperiodiek, die zich iedere morgen met een charmant plofje op onze deurmat nedervlijt, een onverdeeld positieve reportage over zijn mogelijke opvolgers en opvolgsters; bijvoorbeeld over hun huisvlijt, aangaande hun sigarenbandjesverzamelingen of kantklosactiviteiten.