Ik heb geschaatst, het was afgelopen zaterdag. Er was niet aan te ontkomen. Het moest! Anderen waren me al voorgegaan en het werden er steeds meer. De berichten en de beelden op youtube logen niet, en dan komen toch de kriebels. Er werd geschaatst op ijs dat elke dag, ondanks slechts marginaal winterweer een halve centimeter, maar toch zeker een paar millimeter, dikker werd. Opeens is er dan die dag dat je er niet meer omheen kan. Dat de excuses om weer af te laten weten, laf gaan klinken. Het kan, en dan moet je! Al ga je maar een keer!
Ik wist, ik zal er spijt van krijgen als ik de gelegenheid niet benut. De laatste keer was al vier jaar geleden, de drie tussenliggende winters waren er geldige excuses. Helemaal geen of bijna geen ijs. Of het ging net dooien op de dag dat ik er niet meer onderuit had gekund. Dit jaar kwam ik niet weg met excuses. De aandrang, de druk kan ik beter zeggen, werd te sterk. Dus ik ging. En het was leuk, heus wel. Maar het was niet zoals vroeger. Vroeger moest ik bij de eersten zijn, op golvend ijs, dat bloedstollend met een splinterend geluid week onder mijn ijzers. Maar de tijd niet kreeg om het echt te begeven, want dan was ik al voorbij.
Een thrillseeker ben ik eigenlijk nooit geweest, ook in mijn jonge jaren was het vooral plichtsbesef dat me naar bevroren wateren dreef. Maar er was wel nieuwsgierigheid naar onbekende einders. Naar nieuwe perspectieven op een wereld die ik vanaf inmiddels platgetreden paden kende. Vanaf plassen, kanalen en sloten die opeens begaanbaar zijn geworden ontsluit zich een andere wereld, waar soms sprookjesachtige taferelen te zien zijn. Sneeuw of rijp op de takken, omspoeld door gouden licht. Dat is eigenlijk mijn manier van schaatsen. Van plas tot plas rijden op sterk glad ijs, zonder zorgen dat je erdoor zakt.
Zo was het zaterdag niet! Ik beperkte me tot een plas waarvan ik de situatie na een proefrondje kon overzien. Waarvan ik wist op welke plekken het akelig kraakte. Waar het slecht berijdbaar was omdat er al teveel mensen over te dun ijs gereden waren, met een wirwar van scheuren als gevolg. Legpuzzelijs, en dat waren nog de betere plekken. Het verkennen van plas na plas, liet ik aan me voorbijgaan, de smalle watergangetjes die ze verbindt, waren kapot gereden door avontuurlijker types, waar ik er vroeger ook een van was.
Daarbij komt, ik kan eigenlijk niet schaatsen. Op mooi glad ijs bij weinig wind kan ik het een beetje verhullen, maar op slecht ijs eist mijn gebrekkige techniek zijn tol. En natuurijs is meestal slecht. Ik ben eigenlijk een krabbelaar, vroeger een enthousiaste, maar tegenwoordig steeds minder. Maar goed, de plicht is gedaan. Het enige risico dat ik loop, is dat de vorst weer wat toeneemt en de verlokkingen van het ijs opnieuw te sterk worden. Zelfs de zondag na die zaterdag, bekroop me alweer enige spijt. Vanaf de fiets zag ik ze schaatsen en het zag er zo mooi uit. Ik had een excuus, want ik had mijn schaatsen niet bij me.
En nu kijk ik uit naar de lente. Halsreikend!
Gooi je schaatsen weg. Nooit meer een excuus nodig.
Wat is dan mijn excuus om geen nieuwe te kopen?
Excuus om geen nieuwe te willen? Dat lijkt mij niet nodig . Jij ‘bent’ al het perfecte excuus om jezelf nooit meer op natuurijs te laten zien. Als elke vezel van je lijf weerstand lijkt te bieden tegen de (overigens denkbeeldige) sociale druk om jezelf minimaal 1 keer per winter op natuurijs te laten zien als ‘echte’ schaatsende nederlander , en als je dan uiteindelijk na lange tijd toch op het ijs staat en je dan ook nog eens bewust word hoe snel je lichaam steeds ouder en ook steeds minder capabel word , is het gewoon tijd om er niet meer aan mee te doen. Maar niet getreurt Mau , je hoeft je heus hierdoor niet te vervelen want voor mensen in jou situatie word overal , echt overal , dus vast ook op loopafstand bij jou in de buurt wekelijks een BingoAvond georganiseerd
Ze hebben mijn maat niet.
Weggooien die dingen! De aarde warmt op, dus er komt nooit meer goed ijs. Mag ik dat nog schrijven? Even aan POTUS vragen…