Op HoeVrouwenDenken las ik eergisteren de blog van Deen. Ze vroeg zich af waarom mannen na een relatiebreuk maar zo kort single blijven, waarom mannen niet alleen kunnen zijn, en of ze werkelijk elke week van bil moeten gaan.
Wel, lieve Deen: Nee, dat hoeft niet. En dat is niet zo. Integendeel. Het is veelal juist omgekeerd. En ja, ik spreek uit ervaring. Ik werd verlaten. Om – achteraf gezien – gegronde redenen. En ik blééf alleen. Zo’n anderhalf jaar lang, namelijk totdat de commune-mannen hier introkken, maar dat doet er verder niet toe.
Dat meteen van bil gaan om te vergeten, was ook niet bepaald aan mij besteed: ik had genoeg andere sores (kinderen en fulltime werk combineren, financiële shit regelen, huishouding nu helemaal in mijn uppie, scheidingsgedoe) om me mee bezig te houden. Daar hoefde een nieuw paar mogelijk gecompliceerde billen niet nog eens aan toegevoegd te worden. Dank je de koekoek.
Ex, daarentegen, had al vóór ons bittere einde een nieuwe relatie en dus een nieuw paar strakke billen. Dat is sneller dan snel, toch? Maar goed, dat is maar één geval, daar mag en kun je geen conclusies uit trekken.
Het is echter zo, dat bijna 70% van de breuken in hetero-relaties (vooral echtscheidingen) door vrouwen geïnitieerd wordt (bron: Rosenfeld Hetero Relatieanalyse, 2009-2015 “How Couples Meet and Stay Together“). Bij hoger opgeleiden is dat zelfs bij 90% van de relaties het geval: de vrouw scheidt. Grof genomen (ai…) wordt dik 2/3 van de (huwelijks)relaties dus door de vrouwelijke partner beëindigd. In het navolgende generaliseer ik nu even heel erg; vergeef mij.
Awel. Over het algemeen kiest dus ‘de vrouw’ voor het nieuwe single-zijn. Zij hakt de knoop door en maakt daarmee automatisch van de man ook een single. En ik ben ervan overtuigd dat een vrouw al lang vóór het kappen van een relatie, afscheid heeft genomen van de hele zooi. Waar vrouwen verdekt al langdurig gerouwd hebben om het verloren gegane en inmiddels gestaag ‘weggegroeid’ zijn (want uit elkaar groeien is het niet: manlief groeide immers nergens heen), daar staan mannen plots onvoorzien aan het begin van dat gehele proces.
Het grote euvel is dat mannen ‘het’ vaak gewoon helemaal niet zien aankomen. Mannen zijn nu eenmaal gemakzuchtig. Ze denken dat alles wel lekker voortkabbelt, huisje-boompje-beestje(-in-bed), carrière, auto, paar goede vrienden om een biertje mee te hijsen, alles kits. Beetje gezapig, maar ach, het loopt. De vrouw is vást ook wel tevreden met de status quo, dus mooi zo laten. Never change a running system.
En patsboemknal blijkt dat níét het geval. Niks running system, enkel een running wife. Vrouw was al maanden (jaren?) daarvoor begonnen met het opdoeken van de zaak. Man, totaal verrast, begint dan pas met het hele verwerkingsproces. Dat mannen daarvoor gewoon wat minder tijd nodig hebben, kun je ze moeilijk kwalijk nemen. De trein van het leven dendert nu eenmaal door en zij rennen erachteraan tot ze er weer op kunnen springen. En mannen kunnen harder rennen, dat ook.
Mijn conclusie: Wij mannen zijn ietwat blind als het op liefde en relaties aankomt. Eerst zien we niks aankomen, vervolgens nemen we op z’n mans (snelsnel) gedwongen afscheid van het hele gebeuren, en dan zien we wéér niks. Behalve die leegte, die we nu ineens zelf moeten gaan vullen. Niemand meer in huis die dat voor ons doet.
Misschien is dat ook wel een reden waarom ze uiteindelijk tóch redelijk snel weer een nieuwe vlam hebben: Als je half blind bent, is alles wat je wél ziet ronduit een verademing.