Ken je Jan Derksen? Nee? Ik ook niet, tot vorige week maandag. Toen zat hij bij Jinek aan tafel, als deskundige. Wie graag vasthoudt aan zijn geloof in de wetenschappelijkheid van de psychologie, doet er goed aan zijn item (vanaf 36.30) niet terug te kijken. Eva toonde een filmpje waarin hooligans van Feijenoord en AZ elkaar te lijf gingen. Hadden ze speciaal een afspraak voor gemaakt, op het strand. Om elkaar in elkaar te beuken en te trappen. Zonder wapens, dat viel nog een beetje mee.
De klinisch psycholoog keek het brute geweld onbewogen, zelfs met een glimlach aan. De glimlach week eigenlijk geen moment van zijn gezicht, Jan Derksen bleek in alles het tegendeel van de mensen in het filmpje. Dat waren mannen, en hij… ehm, ook ja, maar zijn ontwikkeling was kennelijk anders gelopen. En hoe dat zit, dat is nu net het punt. De mannen van tegenwoordig (ook hij dus) zijn genetisch nog steeds dezelfde mannen als in de prehistorie, doceerde de psycholoog, want de evolutie kan de snelle ontwikkelingen in de maatschappij niet bijbenen.
Mannen worden, net als in de voorbije honderdduizenden jaren gestuurd door testosteron, oreerde de wetenschapper. Dat bouwt agressie op en met die opgekropte agressie moeten ze ergens heen, anders gaat er van alles mis. Zonder uitlaatklep komt die agressie tot uiting in het verkeer, leidt het tot zelfmoord, tot dichtgeslibde aderen en nog zo wat vervelende akkefietjes. De wachtkamer van de psycholoog zat vol met mannen die hun agressie niet kwijt kunnen. Matpartijen op het strand zouden dus zomaar eens een flinke besparing op ziektekosten kunnen betekenen! Waar is de politiek als je ze nodig hebt?
Daar zat hij dan, de man die overduidelijk wel raad wist met zijn gewelddadige genen. Hoe doet hij het? Hij had zichzelf ten voorbeeld kunnen stellen, maar die kant wilde hij duidelijk niet op. Er regelmatig stevig in kleunen, dat zouden meer mannen moeten doen, zag je Derksen constant denken. Ik kon de indruk niet van me afzetten dat Jan eigenlijk een beetje jaloers was op al die dadendrang, die met zoveel energie tot uiting werd gebracht. Dat hij eigenlijk vond dat die hooligans de echte mannen waren. Dat mannen als hijzelf eigenlijk maar watjes waren.
Sterker nog, het had er alle schijn van dat onze psycholoog over dingen praatte die hij nooit heeft meegemaakt. Ik zie zo voor me hoe kleine Jantje Derksen op school geweest moet zijn, zo’n nerdy kereltje dat ook toen al met zijn theorietjes te koop liep voor iedereen die ze wilde horen, of niet wilde horen. Een jongetje dat liever ging lezen of de natuur in ging dan samen met kameraadjes (de hooligans in spe) ruiten in te gooien of elkaar bloedneuzen te slaan. ‘Elkaar de maat nemen,’ heet dat laatste in Derksen-termen.
Arme Jan! Dat iemand met zo’n succesvolle carrière nu het gevoel moet hebben dat het echte leven aan hem voorbij gegaan is. Hij zou zijn bedaarde psychologenbestaan blind opgeven om alles in te halen. Een keertje met die ruige kerels te matten, ik denk dat hij er een moord voor zou doen, als hij niet zo zachtaardig was. Nodig die man uit, zou ik zeggen! Een keertje op proef. Dan weet hij waar hij het over heeft!
Want Derksen ziet alleen maar voordelen van die kloppartijen. Door zijn agressie uit te leven, leert een man grenzen kennen en zijn emoties te reguleren, probeerde hij de protesterende Jinek nog wanhopig door de strot te duwen. Wie weet, zit er alsnog een loopbaan als psycholoog in zo’n hooligan die door schade en schande wijs is geworden.
Als Jan gelijk zou hebben, moet het bij agressie heel anders werken dan bij andere neigingen die hinderlijke proporties kunnen aannemen. Want wie eenmaal is gaan roken, steekt steeds opnieuw op en een stevige drinker kan slecht nee zeggen tegen het volgende glas. Hoe vaker je seks hebt, hoe meer zin je krijgt in nog meer seks. En ‘vreters worden niet geboren maar gemaakt,’ vertrouwde me ooit iemand toe die het weten kon. Er zullen ongetwijfeld talloze ‘wetenschappelijke’ onderzoekjes zijn waar Derksen een beroep op kan doen. Maar in de psychologie staat maar één ding vast: doe tien keer hetzelfde onderzoekje en je krijgt tien keer een andere uitkomst.
Er zat nog een tweede deskundige aan tafel, een ervaringsdeskundige. ADO-fan John van Zweden met een turbulente voorgeschiedenis als voetbalsupporter, probeerde de roze bril van de psycholoog af te krijgen. Vergeefs! Het was niet ondanks, maar dankzij zijn licht ontspoorde verleden dat John nu zo rustig aan tafel zat, volgens zijn opponent. Jinek vond dat beide heren het na afloop van de uitzending maar moesten uitvechten. De schittering in de ogen van de psycholoog ontging me niet.