
Bron: screenshot RTL Verkiezingsdebat 2017
Wat moet het een ramp zijn, dat campagnevoeren. Óf je zit met de andere sneuneuzen in het zoveelste debatprogramma elkaar pootje te lichten, óf je moet flyers uitdelen aan nietsvermoedende voorbijgangers, die wel wat anders aan hun hoofd hebben dan jouw opgefokte peptalk.
Daar sta je dan, in weer zo’n studio tussen de andere bekende koppen, strak in hetzelfde donkerblauwe pak, tot je strot toe vol met suf gerepeteerde leuzen en oneliners, hopend dat je de game changing-opmerking in je binnenzak hebt. Je zweet ook een beetje aan tafel, in die wolk van foute aftershave en toefjes lichaamsgeur.
Je moet eigenlijk een windje laten, maar je houdt de grote bilspier manmoedig samengeknepen tot je na de uitzending stuiterend van de kramp naar een toiletgroep kunt vluchten. Elk foutje, elk stottertje, even niet ad rem genoeg en hup weer een zetel naar de gallemiezen.
Knallen moet je, niet nadenken, niemand uit laten praten, nooit een centimeter terrein prijsgeven, nee schudden, verontwaardiging veinzen, je punt maken, een warreling van doorberekende cijfers presenteren waar je zelf het beste uit naar voren komt.
En dan zijn er nog de talkshow-hosts die als hyena’s bovenop je springen als ze bloed ruiken en je confronteren met elk glibberpartijtje uit je verleden, waar je dan weer met een vergoelijkende glimlach op moet reageren, terwijl je maag een pirouette draait.
Het is plat volksvermaak, zendtijdvulling, voer voor de Hond. Jij weet het, iedereen weet het, niemand schiet er iets mee op. Het is Tros verkiezingsfeest op het plein, met radbraken en vierendelen na. We noemen het democratie en we zijn er gek op.