Bron: Morguefile.com
Welnu, ik had een leuke date. Meer dan dat. Een beginnende relatie. Had.
Ze was een ronduit aardige vrouw. Grappig ook. Erg ad rem. Intelligent. Leuke, guitige kop. Prachtige ogen. Een beetje een betweter, maar goed, ze wíst ook echt veel. En ze vond mij – op mijn bescheiden intuïtie afgaande – ook best goed te pruimen. Ik wist niet wat me overkwam. Tot zij mij onoverkomelijk bleek te vinden. Toen de vertrouwdheid was gegroeid, groeide ook de drang om kleine (en grotere) zaken aan mij te veranderen.
Ik hield mijn vork of lepel niet op de juiste manier (“Jij eet als een boer uit de zestiende eeuw.”).
Ik praatte te veel met mijn platonische basisschool-vriendin (en ja, die relatie ís platonisch, eerlijk waar! Altijd al geweest. Geloof me: het kan!). Vond ze maar raar.
Ik leefde in een mannenhuis. Een commune. En nee, daar zou ze werkelijk niet aan kunnen wennen. Als ik wilde dat zij met mij (!) doorging voor ‘meer’, zou er toch echt verandering in die situatie moeten komen, want [ – vul hier tig loze argumenten in – ].
Ik deed het helemaal fout met de kinderen, zo non-autoritair. Kinderen zouden regels nodig hebben. Grenzen. (“Jij geeft ze geen kader, geen frame. Jij laat je kinderen head first de ballenbak in duiken, terwijl je wéét dat dat ding maar een halve meter diep is. Mentale dwarslaesie voorgeprogrammeerd!”)
Dus is de beginnende relatie alweer bekoeld voordat ie begon. Ik ben namelijk klaar met vrouwen die mij proberen te kneden tot een voor hen ‘goed genoeg iets’.
Laatst keek ik op Netflix – en op aanraden van een vriend – de Noorse serie ‘Dag’. Werkelijk een meer dan geniale serie. Ik mag het woord ‘geniaal’ van de hoofdredacteur alhier niet gebruiken, maar ik doe het toch. Ge-ni-aal. Ergens in het derde seizoen kwam een zekere therapeut van Dag aan het woord, met een theorie over vrouwen, mannen en relaties. Na mijn date-debacle kon ik mij hierin volledig vinden.
De theorie: De man is een stuk bonkig, weerbarstig wrakhout. De vrouw is de houtbewerker.
Mannen die het moeilijk hebben in een – al dan niet beginnende – relatie, hebben ‘het proces der houtbewerking‘ niet succesvol doorlopen. Whut? Wat voor proces? Het proces van bijschaving. Het feminiene houtsnijwerk dat van die grove, lelijke dwarsbalk van een man een mooi kunstwerk moet maken.
Dat schijnt namelijk alles te zijn wat vrouwen willen: verandering! Zo gauw een vrouw de man te pakken krijgt die ze (best wel) wil, begint ze hem, na enige vertrouwdheid gekweekt te hebben, te veranderen. Elke man-vrouw-relatie – hoe pril ook – bestaat uit een man die continu weerstand biedt en een vrouw die voortdurend aan het vormen is.
Tot het punt waarop hij gemuteerd is tot de man die zij altijd al wilde hebben.
Tot het moment waarop jouw mannelijke persoonlijkheid enkel nog zaagsel is, dat op de brandingsgolven van de prille en zo gewilde liefde naar het midden van de zee wordt gedragen. Dan mag je daar rond dobberen, samen met al het emotionele drijfhout dat in het bewerkingsproces al naar die plek gespoeld is.
Dát is het moment waarop een relatie ein-de-lijk kan gaan voortkabbelen en langdurig – en tevens rete-langdradig – zal worden. Weiger je echter te dobberen, eindigt de relatie abrupt. Goh, de herkenning!
Mocht het daadwerkelijk zover komen, vindt de vrouw op haar strandjutterstocht wel weer een nieuw stuk aangespoeld wrakhout dat ze met de kunst der vrouwelijke kunsten kan gaan bewerken. Volgens de ‘Dag’-therapeut (níét volgens mij: ik heb in deze niks gezegd) zijn vrouwen nu eenmaal zo geprogrammeerd: “Het zit in hun genen.”
Het is als man dus je taak om je zo lang mogelijk te verzetten tegen dat ‘veranderen puur om het veranderen’. Want:
“Krijg je samen een kind, wil zij er meteen nog één. Ben je heel gelukkig ongetrouwd, zal zij steeds een aanzoek van jou verwachten. Heb je samen een leuke, knusse woning, zal zij zeker een grotere willen.” Aldus de therapeut, die door Dag op dat moment ‘Mr. Miyagi’ wordt genoemd. Je weet wel, die wijze mini-Jap uit Karate Kid, die op alles een antwoord weet en voor elke gevoelstoestand een verklaring heeft.
Vrouwen zijn anders dan mannen. Dat is niets nieuws. Vrouwen zijn veel sterker. Zeker als het gaat om het inrichten van hun wereld. Net zo lang kneden en pushen tot die wereld zo is, zoals zij vinden dat die moet zijn. En datzelfde geldt dus voor de man die toevallig óók in die wereld rond banjert.
Ooit een vrouw moedeloos horen verzuchten: “Ik mis het ‘ons’… ik mis het ‘wij’-gevoel dat we ooit hadden…”? Vast wel. Wat ze eigenlijk bedoelt, is: ze mist de persoon, die zij wil, dat jij bent om samen met haar het ‘wij’ van haar dromen te vormen. Helaas valt er met zaagsel weinig meer te kneden. En zo blijft de man eeuwig de balk in zijn eigen oog.
Dag lieve meid. Je was leuk. Ik wens je met heel mijn hart een cursus ‘non-invasieve houtsnijkunst’ toe.
Zonde, wrakhout is juist zo mooi van zichzelf.
haha, inderdaad en zaagsel geeft ook zo’n ontzettende rommel, terwijl ik helemaal niet van huishoudelijke activiteiten hou. Enfin, het kan ook omgekeerd, dat je na lang zoeken gewoon de perfecte vent hebt gevonden, helemaal goed, niks meer aan doen en dat meneer dan ineens besluit te gaan veranderen in iets waar je helemaal niet op zit te wachten en ook helemaal niet om had gevraagd, terwijl ie juist zo leuk was :\ Zal ik dan wel weer hebben, een vent waarvan ik wilde dat ie hetzelfde was gebleven…