
Bron: pixavay
Belletjes rond etenstijd, om me een abonnement, verzekering of groene stroom aan te smeren. Ik ben er gek op!
Doorgaans luister ik een seconde of tien belangstellend naar het inleidende praatje van de colporteur, meestal een werkstudent. “Dat klinkt heel aantrekkelijk, want geld besparen wil ik wel!“ is dan altijd mijn reactie, gevolgd door een “maar heb je even een momentje?”
Nou, dat heeft de jongen aan de andere kant van de lijn wel, want zijn intuïtie vertelt hem dat hij op het punt staat een nieuwe klant binnen te hengelen.
Ik gooi mijn mobiel op de zitbank en begin in alle rust aan de avondmaaltijd. Wanneer mijn bord half leeg is, steek ik de colporteur snel nog even een hart onder de riem: “klein momentje, ik kom er aan!”
Na de hoofdmaaltijd (“Ben je daar nog? Wat attent! Wat zeg je, is service vanzelfsprekend? Heel fijn om te horen! Binnen een minuutje ben ik bij je.”) is het tijd voor het toetje.
En terwijl ik de vaat inruim, pak ik nog even mijn mobieltje: “Dank je wel voor het wachten. Waar ging het ook alweer over? O ja, goedkoper bellen. Nou, dat lijkt we wel iets. O, wacht even.”
Op naar de sportschool.
Anderhalf uur later, bij thuiskomst, is het altijd even spannend. Hangt die aardige werkstudent nog aan de lijn? Ja hoor!
Het is een heerlijke sport. Mijn record staat op 3 uur, 33 minuten. Veel varianten zijn mogelijk. De favoriet hier ter redactie: je smartphone op de rand van het bed leggen terwijl je de liefde bedrijft (“Ik kom zo!”).
Na ik heb me gewoon bij het bel-me-niet register inschreven. Krijg er bijna spijt van.