Ik rij nog iedere dag langs mijn voetbalveldje. Waar vroeger de twee beste voetballers uit de buurt “poten” om als eerste een speler voor hun team te mogen kiezen. Dat de twee beste spelers dit deden was een ongeschreven wet. Het was zes tegen zes en de mindere goden keken toe. Moest je maar beter voetballen. Het was keihard. Meedogenloos voor de psyche van een kind en er was geen vader die zich hierin mengde. Maar was dit ook niet een stukje karaktervorming?
Als je een kind maar vaak genoeg vertelt dat het goed en geniaal is nemen zij dit vanzelf als waarheid aan. Je kunt het de ouders ook niet kwalijk nemen want iedereen heeft tegenwoordig pedagogiek of sociologie gestudeerd, dus is alles opvoedkundig verantwoord. Een kind vertellen dat het ergens niets van bakt of geen talent heeft is taboe.
Naast mij woont een jong gezin en dagelijks zie ik mijn buurvrouw, met wallen onder haar ogen, haar jonge kinderen wegbrengen na schooltijd. De negen jarige “Jente” naar vioolles en daarna naar ballet. De jongere ”Job” naar de cursus “musicalster in zes weken”, en de kleine “Bloem” naar bijles rekenen, want zij komt niet helemaal mee op school. En de kleine Bloem heeft hier toch plezier in!
Een tijdje geleden heb ik met mijn buurjongetje een balletje getrapt, waarbij zijn moeder om het kwartier belde of alles goed ging. Ja hoe kun je dan ooit een bal in de kruising trappen als je moeder constant in je zak trilt. De boodschap was ook dat Jobje niet van het trapveldje af mocht want dan wist zij niet waar hij was. Het joch had dolgraag de buurt afgestruind. Heerlijk zonder pedagogisch doel initiatief nemen. Gewoon een jongen zijn.
Ligt hierin niet de oorzaak van het verval van “Oranje”? Heeft de huidige generatie niet meer geleerd om zelf initiatief te nemen? Vroeger hadden wij een Johnny Rep die even het initiatief nam om die bal in de kruising te hengsten toen zij met 3-1 achter stonden tegen de Schotten. “Een doelpuntje maken lijkt mij veiliger”, zei Evert ten Napel en daar hoefde hij Johnny echt niet voor te bellen. Daar had John echt geen van Gaal, Koeman of Gullit voor nodig. Maar een leerschool op het trapveldje.
In mijn ogen is pedagogiek; het zo min mogelijk bemoeien met je kinderen. Kinderen moeten spelen. Met elkaar vechten zodat ze weten wie de baas in de buurt is. En vooral buiten, ook als het regent. Thuis komen als de lantaarnpalen aan gaan en pleisters plakken op de schaafwonden die zij die dag hebben opgelopen.
Ik reed laatst langs ons voetbalveldje. Het was er akelig stil. Job heeft laatst voor mij een nieuwe ringtoon ingesteld. Speciaal voor mij. Lief hè!
Helemaal mee eens! De huidige Ipad watjes weten niet eens meer hoe glas rinkelt als je bal door een ruit gaat. Het kleine gebroed loopt zelfs buiten met kniebeschermertjes. Wat was er mis met zo’n lekkere korst op je knie, die je er dan af kon pulken als ie rijp was.
Maar niet te vroeg want dan ging de zaak weer open. De straat leert je alles maar waar wordt nog getold of gestoeprand?
Zo’n buurjongetje is wel makkelijk als je iets over je telefoon wil weten.