Ik hebt d’r flink de pestpleuris over in. Goffur nou. Ken je eindelijk een beetje asem krijgen in de competitie, krijg je klop van die neuzen, zeg. Goffur nou. Kent d’r met me kop nie bij. Kijk, verliezen is één, maar zo geef ie alles wel heel makkelijk weg, is het wat? En weet je wat nou het ergste d’r van is? Ik ken hier gewoon niet laten merreke dattik voor het cluppie van de Boerenzij ben. Ken wel janken. En da’k dan iedere keer leg loop te roepen, kompt die ouwe zeikerd van de overkant weer aankloppen. Ik luistert altijd naar Rijnmond, die gasten kennen zo lekker meeleven. Vin ik prachtig. Maar blijft kloten, hoor. En dan staan d’r ook nog van die rampetampers onze aaige stad naar de kloten te helpen, mot niet gekker worden.
Herman
Schuin tegenover mijn woont Herman. Op 583 om effe te miereneuken. Herman is een ouwe zeiklijster van 77, voor mijn tuurlijk een broekkie, maar hij gedraagt zich als een schijndooie. Herman heeft de ziekte van Lingo. Je weet wel, met zo’n achterlijk loopie. Assie em an zie komme, schijt je je peur al vol omdat je bang bent dattie in je ballen gaat graaien, zo erg is het. Maar die vent kent zo ontzettend ouweteringhoeren, ik word d’r knetter van. Echt over van alles mot ie zeikstralen, die lamlul. Foebele, politiek, en hij is het nooit eens met mijn. Nee, Herman is niet mijn maat.
Maar goed, met me cluppie zal het eg heus wel weer goed komme. Mot d’r wel een beetje vertrouwen in hebben, tuurlijk. En laten we het nou helemaal niet hebben over het Nederlandse Elftal. Dat is toch goddomme een godsgeklaag, is het nie? Dan heppie zo’n trainert die d’r met zijn petten naar gooit. Die vent is toch echt blind, niet dan, ja toch? Nee, die kerel hebt d’r gewoon geen sjoege van. Hebben we volgend jaar in ieder geval niet van die oranje teringbende hier voor de deur. Dat gelazer.
Politiek
Nee, dan de verkiezingen een paar weken terug. Krijg je goddomme weer die overjarige student met zijn gepenmuil. En maar lachen, kent die niet ernstig wezen of wat? Je mot wel een beetje serieus wezen als minister-president. Nou, dat kent hij niet. Maar hij wil ook nie met Beethoven Twee gaan samenwerken. Kolere, wat ken die man boos wezen. Ben ik een heilige bij. Die Wilders zou een biertje of tien motten drinken. Ken ie zeggen, Wilders islam.
Maar wat het ook worden mag, voor ouderen en zieken gaat het er nie beter op worden. We leveren nog lang en gelukkig in, as dat zo doorgaat. Ik houd me rikketik vast, dat die gladjakker gaat regeren met die dominee van het Cee-Dee-Aa en die huilebalk van de D66. Ken nooit goed wezen. Misschien dat ‘t wat wordt met dat knulletje wat net uit de luiers stapt. Die gast van Groen Links, zeg maar. Die is weer errug goed voor het mejeu. Niet dajje dat nog redden ken, sinds de mens op aarde rondloop, is de boel al vergaan. We motten het allemaal maar weer an kijken. Ik zit me tijd wel uit.
Mehmet
Nou zijn d’r hier ook figuren die gaan stemmen op een kerel in hun vaderland. Dat is toch helemaal van de zotte, niet? Assie nou hier geboren ben, offie het nou leuk vind of nie, die Rutte is dan toch je premier? Dan ga je toch nie op zo’n boze snor stemmen? En dan maken ze hier ook nog allemaal van die teringherrie met hun vlaggen en zo. Gekker kent het niet worden, me dunkt.
Mehmet doet dat niet. Hij kijkt wel beter uit. Was hier als gastarbeider. Een visite-Turk, zeg maar. Heeft zich wel het leplazarus gewerkt, hoor! Bij de Roteb as vullesman.
Hij is inmiddels bijna tachtig en lult Rotterdamser dan mijn. Nou, dan mot je toch niet ouwehoeren over integegratie, zekers? Mehmet is goddomme een Rotterturk. En die gaat dan toch niet stemmen op een schreeuwlelijk die die niet kan? Die mekkeraar die ons nazi noemt? Ik heb gossammelazaraus zelf nog tegen die moffen leggen staan te vechten. Met me blote klauwen, ja. Ken me zo kwaad maken. Mij zallen ze daar niet zien. Ik ben in me leven niet verder geweest dan Drenthe, meen ik. Vinnik al ver genoeg. Is ook een beetje buitenland. Wonen ook Turreken.
Leven gaat verder
Nee joh, ik leeft me leven wel uit. Assie zo oud ben as ik, ken het je geen ene tering meer schelen, joh. Iedereen vraagt zich maar af waar het heengaat met de wereld, maar ik ken me niet heugen wanneer ik die vraag voor het eerst in me leven gehoord heb. Laat staan, gesteld. Je ken je d’r druk over zitten leggen te maken, je kent ook bij je aaige denken, as ik niks doe, ken ik net zo goed meteen in me kissie gaan leggen. Maar ja, als bestaat niet. As as meel was en stront stroop dan aten we morgen pannekoeken, niet dan?
Ik gaat een broodje angereje hond vreten, heb pijn me sodemieter van de grote vreet. En dan nog effe de krantjes door raggen en me nest in …