“Pap, ik heb een probleem. Ik moet met je praten.”
“Ach jongen toch. Wat is er aan de hand?”
Na de lòòòòve-bus verwacht ik de eerste pubertijdszorgen: met wie mag ik nu seks hebben en wanneer en hoe? Die vragen. Heavy stuff.
Not.
“Ik moet een idioot werkstuk maken voor Engels. Met een zelfgetekende voorkant. Tekenen! Voor Engels! Hoe verzinnen ze het. En het moet dus over de Kaaimaneilanden gaan. Soort van een vakantiefolder, of zoiets. We moesten een gebied kiezen waar Engels gesproken wordt. En iedereen graaide de interessante landen voor mijn neus weg. Dus kreeg ik de Kaaimaneilanden en het moet nog in het Engels ook. En ik. Kan. Dat. Niet! Ik WIL dat niet.” Hij spuugt de woorden bijna uit. Op zijn pubers, dus. Hij zegt nog nét niet: “Pa, kun jij het niet snel effe voor mij doen?”
Het enige wat ik van de Cayman Islands weet, is dat het een belastingparadijs is. Een gelddoorsluisplek. Probleem is echter niet het onderwerp zelf, maar een zwaar puberende Nick, die simpelweg niet(s) wil.
Ik trek er een stoel bij en duw Nick er zonder pardon in. Samen achter mijn laptop werkt ‘t vast beter.
“Nou, vertel maar. Hoe zou jij beginnen?”
“Gewoon. Niet.”
Zo fijn, die enthousiaste medewerking. Alsof ík het voor mijn lol doe.
“Hier. Google. Typ maar wat in.”
Nick typt: ‘Hoe kom ik van stomme opdrachten voor Engels af.’
“Ha. Ha. Hoe grappig. En nu serieus graag.”
Nick typt: Kaaiman eilanden wikipedia.
“Doe het dan gelijk in het Engels, ja? Daar heb je meer aan.”
“Als jij alles zo goed weet, doe jíj het toch lekker?” Ah, nu dus toch.
En zo emmeren we nog even door.
Het resultaat: Een frontpage met een getekende kaaiman en een paar eilandjes met palmbomen erop. Het werkstuk had net zo goed ‘THE’ kunnen heten. THE END, nog mooier.
“Zet er nog een -e- achter. Heb je thee,” probeer ik.
Nick kijkt enkel vuil terug: “Doe jij maar. Met je koffie.”
Maar toch ben ik verrast: hij kan in ieder geval tekenen! Engels is dan weer wat minder.
De foldertekst (inclusief fouten; zijn Engels, niet het mijne):
“The Cayman Eilands are some where in the Carriban sea, near Cuba. They have great sigars. There are three eilands: Grand Cayman, Little Cayman and Cayman Brac. The last one is where you go when have drunk to much. Capital is George Town. It is great tax paradise just like Zwitzerland, but without mountains. The most greatest thing ever over there: diving. I wish you a happy time. Doei.”
Zo.
Klaar.
Aldus Nick.
Dat wordt vast een tien.