Op HoeVrouwenDenken las ik in een blog van Zuster Klivia dat vrouwen stante pede afknappen als mannen overmatig feminiene aspecten tentoonspreiden. Ik herkende mij er volledig in; ik bén die afknapman! Nu weet ik dus waar het aan ligt, dat gebrek aan vrouwelijke interesse voor mij. Het was even slikken.
Ik heb weliswaar geen strakke leren broek, maar wel een roze overhemd. Zonder stippels, maar wel met een lijntje (geen kohl). Ik heb geen teenslippers, maar wel een paar crocs (vergeef me; ze zitten gewoon lekker) en ook prachtige witte sokken, die ik zorgvuldig apart was zodat ze wit blijven.
Ik heb geen pratende kut (wat is dat toch een prachtige uitdrukking), maar soms wel gel in mijn stekelhaar. Ik heb een sportshirt met ‘Ronaldo’ en een of ander groot getal erop. Gekregen van zoonlief, dus draag ik ‘m met trots. Oók onderuitgezakt op de bank.
En ik heb zo’n polstas-ding zonder bandje. Dat heet een ‘clutch’, heb ik nu geleerd. Wat erin zit? Alles wat niet in mijn broek- of borstzak past. Autopapieren, een Zwitsers zakmes (waarmee ik de rouwrandjes regelmatig onder mijn nagels uitpeuter en daarna mijn sinaasappel schil op het werk), een pakje papieren zakdoekjes (voor ‘noodgevallen’ tussendoor), sigaretten en een aansteker (nog erger) en mijn draagbare tv (alias mobiel). Ik heb dus een heel pakket afknappers in de aanbieding. Kan het erger?
Gelukkig ben ik niet de enige wijfman in huis. Zo kan ik met enige overtuiging beweren dat ik mij de wijfmannerij puur als schutkleur heb toegeëigend: ik val nu niet meer zo erg op, hier in de Losers-commune.
Aiko is onze huishomo; dat is inmiddels bekend. Sinds ons akkefietje laat hij mij links liggen, maar met zijn keukenschort en opvoed-expertise blijft hij de vrouw in huis. Ook optisch. Ik verwacht binnenkort dat kohl-lijntje onder de ogen.
Hans draagt graag uit eigen werk voor, gehuld in zijn fluffy bordeauxrode badjas in zorgvuldige combinatie met een perv-sjaaltje.
En Guido heeft daadwerkelijk zo’n pratende kut, die hij dagelijks met chirurgische precisie met het manicure-schaartje bijwerkt. Eigenlijk is het meer een pratende bonsai, maar dat klinkt niet zo smeuïg.
Enfin, ik wek klaarblijkelijk een nogal vrouwelijke indruk: overmand door mijn feminiene kant. Ik kreeg via mijn HMD-chef te horen dat er zelfs vrouwen zijn (ik noem even geen namen) die zich mij voorstellen als een ‘zij’. Ik citeer uit de mail: “[Ik stel me Denis voor als een vrouw op leeftijd] …die op een kamertje achter de pc zit, links de strijkplank tegen de muur, rechts een asbak en een foto van haar kleinkinderen.”
Ik moest even op de canapé met berenvel gaan liggen toen ik dat las. Ook om gezwind te checken of mijn edele delen nog aanwezig en functioneel waren. Geruststelling golfde al snel door mij heen. Hoe heeft het zo ver kunnen komen… Optisch mag ik dan wat vrouwelijkheden aan het – overigens redelijk zwaar behaarde – lijf dragen, intern verleent de man in mij nog steeds goede diensten.
Maar ik vraag me nog steeds af, waarom vrouwen meteen afknappen als ze wat ‘vrouws’ aan een man zien. Hij moet zich goed verzorgen, maar alsjeblieft niet te veel! Hij moet aandacht besteden aan zijn kleding, maar wederom alsjeblieft niet te veel. Hij moet de auto en de grasmaaier repareren, maar rouwrandjes, werkhanden of afgebroken c.q. afgebroken nagels, nee zeg, ieuw! Hij moet zich een breuk sporten voor een acceptabel lichaam, maar af en toe naar zweet stinken? Dan komt ie het huis niet meer in.
Het is niet eerlijk. Waarom mogen vrouwen dan wel in een aftandse spijkerbroek met leren jack en kistjes rondlopen en vinden mannen ze nog steeds sexy en vrouwelijk? Ik kan maar één reden bedenken. Mannen zeiken minder. Ze kijken toch wel door die kleren heen. Mannen kunnen dat.
*krabt even uitvoerig onder zijn Schotse kilt*
*zoekt in bijpassend handtasje naar tissue*