Twee maal per week, op maandag en vrijdag, een inkijkje in het moeizame leven van Otto Berendsen: man.

Bron: Flickr.com
Otto Berendsen, docent Onduidelijke Vakken aan gefuseerde scholengemeenschap de Vallei (waar in de kantine de introductie van oerwoudvrije sojaburgers geen enthousiast onthaal te beurt viel), zat aan een ruwe houten tafel, en schoof een lege Berenburgfles en een bord aangekoekte boerenkool opzij om beter op de uitgestalde papieren te kunnen kijken.
‘Kijk’, zei Bas. ‘De overkant van 26 is 10.’ Hij wees op de kleine rouletteschijf die hij even daarvoor uit een verschoten Jumbodoos had opgediept. ‘En dat is meteen de kern van mijn systeem. Let op, een op de drie keer keer schiet de croupier het balletje de andere kant op. Als hij dat doet vanaf de plek waar het laatste nummer gevallen is, dan kunnen er twee dingen gebeuren.’
Bas keek even op om te controleren of Otto hem nog volgde. ‘Of het balletje valt in hetzelfde segment waar het vandaan gekomen is, of het valt precies in een van de hokjes aan de overkant van de schijf.’
‘Hoe weet je dat nou’, vroeg Otto achterdochtig.
‘Omdat ik dat allemaal heel nauwkeurig ter plekke in het casino heb onderzocht. Kijk zelf maar.’ Bas rommelde in de stapel papier en liet hem dicht met cijfers beschreven A4’tjes zien. ‘Hier, van de 0 naar de 5, van de 8 naar de 3. Telkens weer. En als je beide kanten volzet, dan heb je altijd minimaal drie keer je inzet terug.’
‘Ja, ja’, zei Otto.
‘En toen heb ik het hier op dit dingetje nagedaan en wat denk je?’
‘De overkant’, zei Otto.
‘Precies en dat is wat wij gaan doen.’
‘Wij?’
‘Ja, vanavond gaan we samen naar het casino en dan spelen we mijn systeem.’
‘Maar wat kost dat dan wel niet?’
‘Nou, je hebt tafels van 5 euro per fiche, maar ook van een tientje of meer.’
‘En hoeveel van die dingen moet je dan per keer zetten’
‘In mijn systeem 10.’
‘Heb jij dat dan?’ Otto voelde de bui hangen.
‘Nee Otto, jij. Je hebt nog een paar duizend over en daar gaan wij veel duizend van maken’, zei Bas zelfverzekerd. ‘Let op mijn woorden.’
‘En wat heb jij daar dan aan’, vroeg Otto.
Nou in de eerste plaats help ik een vriend, dat is al mooi niet? En voor het gebruik van mijn systeem krijg ik een kwart van de winst, of zo.’
‘En als we verliezen?’
Bas keek hem verontwaardigd aan. ‘Ja, je moet er wel een beetje in geloven, hoor Otto. Verlies, daar houden we gewoon geen rekening mee. Positive thinking man, dan komt het vanzelf naar je toe.’ Bas gaf Otto een bemoedigend tikje op de schouder. ‘Geluk is een keuze Otto. Als de 5000 voor jou binnen zijn, en pakweg 1000 voor mij dan kappen we meteen.’
‘Ik weet het niet’, zei Otto.
‘Kom op man, we gaan ervoor. Hoe wou je anders die boeven van Molenhof van je nek houden? Dit is je kans!’
Een paar uur later stond Otto Berendsen voor de pinautomaat in Nederland Casino en tikte voor de laatste keer zijn pincode en een bedrag van 500 euro in. Hij voelde zich beroerd. Tot dusver had het systeem van Bas gefaald. Maar ze moesten nu wel door. De kansen gingen keren, dat kon niet anders. Had zijn vriend net gezegd. De weinige keren dat de overkant viel, was Otto net onderweg naar deze zelfde automaat om Bas van nieuwe fiches te voorzien.
‘Tjees, Otto zie je dat, van de 26 vol op de 5. Daar hadden we bijgezeten. Nou, kom op.’
Bas mengde zich met een verhit hoofd en een vers bundeltje vijftigjes weer in het gedrang rond de roulettetafel.
De croupier riep: ‘Niets gaat meer’. Bas staarde als gebiologeerd naar het balletje dat razendsnel zijn rondjes in de schijf draaide.
’24, even, zwart’, zei de croupier en veegde alle niet winnende fiches met brede armgebaren in een grote trechter naast zich.
Alleen alles wat op nummer 24 gezet was, bleef staan, hij zette er een pilonnetje bovenop.
‘Potdomme, zag je dat Otto, net ernaast, dat scheelde niks!’
Otto voelde langzaam maar zeker de vloer onder zich wegzakken.
Terwijl de portier discreet maar vergeefs zijn rechterhand een stukje opende toen hij de deur voor hen vasthield, probeerde Bas nog met een klein stemmetje:
‘Echt Otto, het werkt, je zag het toch, een paar keer zaten we er bij, maar vanavond hadden we gewoon pech.’
Otto zweeg, hij was misselijk en besefte dat hij met meer dan 2000 euro de gokverslaving had gespekt van Bas Tommel, oud anti-kapitalist en anarchist en wat hem betrof oud-vriend. De rauwe werkelijkheid drong pas buiten in volle hevigheid tot hem door, toen hij alle bedragen bij elkaar optelde. Einde oefening, hij was de Sjaak.
In de parkeergarage vroeg de automaat 10 euro 50 om de slagboom te mogen passeren. 5 euro teveel. Geen auto dus.
Even later sjokten in de maanloze nacht twee mannen, op een flinke onderlinge afstand, in de richting van de provinciale weg naar het dorp V.
vrijdag aflevering 34; aflevering 32 vind je hier